Jaarboek 1970 Vrije Universiteit Amsterdam - pagina 24

en aanvuring van Grosheide heeft zich veel moeite gegeven op tijd gereed te komen. Het is gelukt en daarin ligt haar beloning en onze erkentelijkheid, ook jegens hen, die aan de Vrije Leergangen verbonden zijn. Ik weet, dat er onder de collegae en de wetenschappelijke staf niet weinigen zijn, die van oordeel zijn, dat onvoldoende tijd en gelegenheid voor wetenschappelijk onderzoek bestaat. Gelet op mijn ervaring in het bestuur van Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek (de organisatie voor wetenschappelijk onderzoek in de tropen Wotro mag ik daarbij begrijpen) meen ik, dat wij, wederom lettende op de ontwikkeling van het wetenschappelijk onderzoek binnen het geheel der Nederlandse universiteiten, niet zelfvoldaan, niet tevreden, maar toch ook niet geheel ontevreden mogen zijn. Men moet in dit verband de oraties niet denigreren. Zij zijn het aanbieden van de wetenschappelijke geloofsbrief aan een publiek van gevarieerde samenstelling. Zij stellen daarom hoge eisen aan de keuze van het onderwerp, aan de vorm van de behandeling daarvan, aan een duidelijke en puntige uiteenzetting over een kernvraag van het vak. Ik zeg niet, dat iedere oratie aan deze eisen voldoet, ik zeg wel, dat het zo behoort en dat het dan zin heeft. Ik zie dat o.m. bevestigd in een oratie als die Oort hield. Lof der twijfel en in die van Verheul, Onzeker weten. In hun titels komen reeds fundamentele noties, die bij de wetenschapsbeoefening in welk vak dan ook een dominerende rol moeten spelen tot uiting. Zeer terecht heeft Verheul er op gewezen, dat ongebreideld toegeven aan alle vragen om meer mensen en geld voor wetenschappelijk onderzoek onmogelijk is geworden. Men moet bij de toewijzing van gelden een keus doen. Verheul heeft daarbij waardevolle aanwijzingen gegeven voor de vaststelling van de criteria voor de keuze der prioriteiten. Het is altijd jammer, wanneer onderzoek moet worden afgeremd, maar de universiteit moet beseffen, dat andere sectoren van de maatschappij evenzeer aanspraak hebben op een passende toewijzing van gelden als zij. Meer dan in de oraties presenteert de universiteit de resultaten van haar onderzoek in dissertaties. Het aantal promoties bedroeg 43 (vorig jaar 36), te weten theologie 5 (4), rechtsgeleerdheid 2 (2), geneeskunde 6 (4), wiskunde en natuurwetenschappen 19 (17), letteren 2 (4), economie 6 (2), sociale wetenschappen 2 (i), wijsbegeerte I (2). Eén handicap bij het verrichten van onderzoek kan men weg nemen door namelijk aan de faculteiten en afdelingen voldoende administratieve hulp ter beschikking te stellen. Teveel leden van het wetenschappelijk corps moeten eenvoudige administratieve arbeid naast en ten behoeve van hun wetenschappelijk werk verrichten. Zelfs de resultaten van verricht onderzoek kunnen soms niet op de universiteit getypt worden. In het ontwerp-Veringa wordt de leerstoel terecht omgezet in een vakgroep. Welnu iedere 22

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen