Jaarboek 1970 Vrije Universiteit Amsterdam - pagina 61

In de derde plaats richtte u uw aandacht op de plaats van de christelijke vakbeweging in de wereld. De vóór de oorlog gelegde contacten werden uitgebreid. Voor de vergadering van de Lutherse Wereldfederatie in 1947 in Lund schreef u een boodschap van de Protestants Christelijke Arbeiders Internationale, een fraai stuk Lutherse sociale ethiek. Zelf ging u naar Indonesië en Nieuw Guinea, ook weer voorzien van de nodige literatuur over het sociale vraagstuk in dat deel van de wereld. Binnen de P.C.A.I. kwam een nieuwe bezinning op gang, o.m. blijkende uit internationale christelijk sociale congressen in Kopenhagen (1950) en Düsseldorf (1954). Natuurlijk was dit alles niet het werk van u alleen. U was omringd door bekwame collegae en medewerkers en in het u als hun voorman verleende eredoctoraat bedoelt de universiteit tevens te eren allen in de kring van de christelijke sociale beweging, die zich mede ingezet hebben voor een eigen bijdrage van die beweging voor de oplossing van de maatschappelijke vragen van onze tijd.

Aan twee principia hebben docenten van deze universiteit uw naam verbonden. J. W. de Pous formuleerde in 1953 de wet van Ruppert, luidende als volgt: „Handhaving van een stabiel prijsniveau bij volledige werkgelegenheid is mogelijk door een coördinatie van de door de vakorganisatie in de bedrijfstakken gevoerde loonpolitiek tot een nationale loonpolitiek, welke coördinatie dient te geschieden door de centrale organisaties van werkgevers en werknemers." ^) P. Borst noemde een ander beginsel de formule van Ruppert: een staking is eerst dan rechtens en maatschappelijk gerechtvaardigd, indien een door de vakorganisatie gedaan voorstel het arbeidsgeschil in kwestie door arbitrage te beslechten door de tegenpartij is afgewezen. Het vermelden van de wet en van de formule Ruppert brengt mij tenslotte tot de vraag, waardoor u zich bij uw wetenschappelijke arbeid hebt laten leiden. Toen Gunnar Myrdal enkele weken geleden de vredesprijs van de Duitse boekhandel in Frankfurt in ontvangst nam, zei hij, dat hij bij zijn wetenschappelijk onderzoek steeds was uitgegaan van beginselen, die naar zijn mening bepalend moeten zijn voor de inrichting van de maatschappelijke orde. Mij dunkt, deze universiteit en haar eredoctor van vanmiddag hebben door deze uitspraak van onverdachte zijde steun ontvangen. Zie ik het goed, dan liggen aan uw werk drie uitgangspunten ten grondslag. Ten eerste, de arbeider is niet een produktiemiddel, maar drager van de arbeid. Vervolgens, arbeider en ondernemer behoren bij elkaar, zij vormen een gemeenschap, voor het welzijn waarvan zij beiden verantwoordelijk zijn. Ten derde, ondernemer en arbeider behoren 59

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen