Jaarboek 1972-1973 - pagina 22

dat zelfs het geluid of uitviel, of overheerste. Vooral na Nieuwjaar 1973 ontstond enige bewogenheid. De in haar vergadering van 4 juli door de Eerste Kamer aanvaarde dusgeheten '1000 gulden coUegegeldwet' was in de uitvoering niet gemakkeHjk hanteerbaar, zulks te minder omdat moeilijkheden in het kabinet-Biesheuvel eerst tot het heengaan van twee ministers, waaronder de nauw bij de wet betrokken jhr. mr. de Brauw leidden, en daarna tot een aanbieden van het ontslag door alle resterende bewindslieden. Ofschoon de wet - die voor de universitaire statistiek nogal gevolgen had - naar mijn oordeel, waar studenten gemiddeld 's jaars aan de gemeenschap tegen de ƒ 18.000.- kosten, sociaal niet onverantwoord mocht heten - de studietoelagen werden naar heel redelijke maatstaven bij de nieuwe situatie aangepast - rees er verzet dat ginds en hier tot daden noopte. Het nog niet officieel in gebruik genomen hoofdgebouw der universiteit werd wat de bestuursvleugel aangaat, op 2 februari 1973, wat ook de voornaamste ruimten betreft van 7-12 februari door een ruim berekend 300tal studenten op bruikbaarheid onderzocht; men was tenslotte zo vriendeHjk op 27 augustus een kleine waarschuwingsactie in de bestuursvleugel uit te voeren. Andere reeds lang in bedrijf zijnde percelen werden in verband met kwesties van meer beperkte omvang geoccupeerd, zo Van Eeghenstraat 112 van 23-24 mei; Prins Hendriklaan 35 van 22-30 mei en De Lairessestraat 142 van 13 tot 18 juni; respectievelijk speelden een rol de vaststelling van het subfaculteitsreglement sociaal-culturele wetenschappen, de tentamenregeling bedrijfssociologie en het subfaculteitsreglement pedagogiekandragogiek. Het gezegde 'Paris vaut bien une messe' kan vervangen door de slagzin: 'enkele honderden bladzijden druks, mits niet gelezen, zijn een bezetting waard'. De in dit gedrag der studenten zich openbarende geest gaf soms felle oordeelvellingen in de pen bij hen van wie men een mild of begrijpend vonnis verwachten zou: Tessel PoUmann in Vrij Nederland van 24 februari 1973 was bijzonder bitter en meende zelfs zekere achtervolgingswaanzin te moeten vaststellen; dr. K. Schuyt in De Tijd van dezelfde dag schreef: 'Ik houd niet van mensen die een god zijn in het diepst van hun belangen.' Zelf zou ik willen zeggen in de eerste plaats een noodrecht, om van bezetting of staking gebruik te maken ook binnen de universiteiten en hogescholen te erkennen, echter als noodrecht in werkelijk grote zaken bij falen van de geëigende instanties. Bedenkelijk vind ik - een tweede punt - het jegens anderen uitgesproken hooghartige oordelen over bekrompenheid en egoïsme terwijl er zelf geen enkel sociaal risico gelopen wordt, zulks in tegenstelling tot de werkende jongeren als zij hetzelfde als studenten zouden willen doen: 'Durch Heftigkeit ersetzt der Irrende was ihm an Wahrheit und an Krafte fehlt'. In de derde plaats spreek ik uit 20

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen