Jaarboek 1976-1977 - pagina 49
niet iedere nieuwe studierichting, niet ieder specialisme aan alle universiteiten en hogescholen wordt gevestigd. Op onderscheiden gebieden vindt reeds nu overleg plaats om tot een taakverdeling te komen. Zonder pretentie van volledigheid wijs ik op de aardwetenschappen, de letteren, de niet-westerse sociaalculturele wetenschappen, de onderwijskunde. Nu is het duidelijk dat hier wel enige negatieve zijden aan zitten: voor de studenten, omdat zij wel eens zullen moeten reizen om hun studie met het gewenste vak te kunnen afronden (mutatis mutandis geldt hetzelfde voor docenten); voor de universiteiten, omdat zij allen erin zullen moeten berusten dat niet alles wat zij graag willen hebben, kan worden verkregen. Tussen het denkbeeld taakverdeling en de werkelijke verdeling ligt moeilijk overleg, dat maar tot betrekkelijke tevredenheid kan leiden. Maar ook hier geldt dat er geen andere weg is. Voor een bijzondere universiteit rijzen echter in dit verband toch wel vragen. Doet, zo wordt gevraagd, het meedoen aan een taakverdeling geen afbreuk aan de mogelijkheid het eigen karakter te handhaven? Het is immers denkbaar dat men als uitkomst van de taakverdeling een taak, die men in verband met het eigen karakter als wezenlijk beschouwt niet kan vervullen of dat men voor een wel ontvangen taak geen docent kan vinden die adequaat binnen de bijzondere universiteit kan functioneren. Geeft men dus door mee te doen aan taakverdeling niet voor een deel de eigen identiteit prijs? De realiteit van deze vraagstelling wordt ongewild bevestigd door opmerkingen, die een enkele maal vanuit onze openbare zusterinstellingen in den lande worden vernomen, namelijk dat een bijzondere instelling als de Vrije Universiteit niet mee kan doen met een taakverdelingsbeleid, omdat hier niet alleen wordt benoemd op wetenschappelijke kwalificatie, maar ook instemming met de doelsteUing als kriterium wordt gehanteerd. Hoewel ik de ernst van de vraagstelling erken meen ik dat wij tegen de teneur ervan met klem moeten opkomen. Vooral merk ik tegenover de opponenten van buiten op, dat de wet aan alle instellingen (openbare en bijzondere) gelijkwaardige ontwikkelingsmogelijkheden garandeert en dat aan de regering uitdrukkelijk is opgedragen de vereisten van een redelijke taakverdeling tussen de instellingen in acht te nemen. 47
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976
Jaarboeken | 270 Pagina's