Jaarboek 1976-1977 - pagina 48
Dit is vanzelfsprekend nog slechts van zeer gering belang indien daar geen grondige heroriëntatie op deze onderwijsondersteunende diensten bijkomt. Met name indien wij de infrastructuur van de onderwijsactiviteiten niet sterk verbeteren en een veel omvangrijker ondersteuning van het onderwijsgebeuren voorbereiden, dan zal mijns inziens in déze context ons onderwijs nimmer de kwalificatie „wetenschappelijk" verdienen. Natuurlijk kan dit niet alleen centraal gebeuren. Binnen de faculteiten zal motivatie en deskundigheid aanwezig moeten zijn om juist de specifieke problematiek van het vak onderwijskundig vorm te geven. In een dergelijke structuur zijn veel meer mogelijkheden aanwezig tot levendig, vernieuwend onderwijs, dan in een horizontale opbouw, waarin alles wordt gezocht in het aanstellen van meer docenten. Ook wat genoemd wordt efficiency-verbetering, waardoor een vrij belangrijke groei van het aantal studenten nog binnen de bestaande formatie moet worden opgevangen, is alleen mogelijk indien wij denken aan de door mij beoogde verbetering van de infra-structuur. Deze verbetering van de infra-structuur van het systeem van het wetenschappelijk onderwijs moet — dat is in de tegenwoordige tijd buiten kijf — zichzelf terugverdienen. De cynicus zal nu wel glimlachen, maar hij moet toch wel bedenken, dat er weinig keus is. De enige manier om het hoofd boven water te houden, zowel kwalitatief als kwantitatief, ligt in een beter gebruik van de aanwezige middelen. Als wij daar niet aan beginnen hebben wij weinig recht van spreken. In het kort mijn betoog tot nu toe samenvattend pleit ik voor een duidelijker doordenken van samenhang van en onderscheid tussen onderwijs en onderzoek, voor doorwerking van dat onderscheid in een profilering van de taken van onderzoeks- en onderwijsmedewerkers en in de opbouw van een onderwijsbegeleidend apparaat met een centrale kern en een uitwaaiering naar de faculteiten. Tot zover een poging tot een antwoord op de vraag hoe wij binnen onze universiteit onze middelen kunnen besteden. Maar — ik sprak van een comprehensive approach — ook landelijk zal in een beleid, waarbij alle instelUngen betrokken zijn, een antwoord moeten worden gegeven op onze structurele zorgen. Het trefwoord is hier taakverdeling, een in beginsel nogal vanzelfsprekende zaak. Een spaarzaam gebruik van de middelen maakt het nodig dat 46
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976
Jaarboeken | 270 Pagina's