Jaarboek 1976-1977 - pagina 47

Mijn eerste aanbeveling is dan ook een consequent doordenken van de relatie onderwijs en onderzoek, een relatieve verzelfstandiging van beide activiteiten, mede uitkomend in een daarop aansluitende gedifferentieerde taakstelling van het wetenschappelijk personeel. Ik blijf nog even bij mijn vraag: „Wat is wetenschappelijk onderwijs?" Wat men daarover ook kan zeggen, mijns inziens niet dat het onderwijs is dat over de gehele linie wordt gegeven volgens de stand van de daarop in het bijzonder betrekking hebbende wetenschappen als de onderwijskunde en de didactiek. Het is bizar maar waar: in de universiteit maken wij ons druk over de opleiding van leraren (maar dan voor andere onderwij stypen), maar degenen die ons eigen onderwijs moeten verzorgen laten wij maar zonder oefening vrij zwemmen in het diepe. Niet alleen is er geen enkele onderwijskundige of didactische kwalificatie vereist om universitair onderwijs te mogen geven (hoe anders is dat bij het kleuteronderwijs), maar ook is datgene wat binnen de instelHngen wordt gedaan op het gebied van docententraining, aanreiking van didactisch materiaal e.d. nog heel erg bescheiden. Als ik mij beperk tot wat in onze universiteit gebeurt, dan gewaag ik met dankbaarheid van de activiteiten van de afdeling Onderwijsresearch en van het Audio Visueel Centrum, om tegelijk te erkennen dat het nog lang niet genoeg is. Ik heb zelfs de indruk dat het onderwijsveld nog intensief zal moeten bewerkt voordat het in staat en bereid is hierop positief in te spelen. Indien wij de universitaire organisatie nader bezien, dan valt het op dat daar een tweedeling bestaat, namelijk faculteiten en subfaculteiten enerzijds, centrale diensten anderzijds. Tot de laatste worden mede gerekend die afdelingen en diensten, die inderdaad centraal georganiseerd zijn, net zoals bijvoorbeeld personeelszaken en financieel-economische zaken, maar die een geheel andere functie hebben door hun directe relatie tot het onderwijs dat binnen de faculteiten wordt gegeven. Door deze organisatievorm wordt het bijzondere belang van deze onderwijsondersteunende activiteiten mijns inziens verkeerd belicht en ik zou dan ook een organisatorische driedeling willen voorstaan, waarin naast faculteiten en algemene centrale diensten in een afzonderlijke groep de onderwijsondersteunende activiteiten worden samengebracht, waartoe dan behalve de zojuist reeds genoemde afdeling Onderwijsresearch en het Audio Visueel Centrum ook de bibliotheek behoort. 45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen