Jaarboek 1979-1980 - pagina 20
Evenals bij andere universiteiten werd dit jaar aan de V.U. veel bestuurstijd besteed aan — pogingen tot — wetgeving, aansluitend bij de produktiecyclus van een Nederlandse regering. We zitten in het „oogstjaar", voor de verkiezingen en een nieuwe kabinetsformatie. Tot die produktie behoorden: het voorontwerp Wet op het Wetenschappelijk Onderwijs 1981, het wetsontwerp Twee-fasenstructuur Wetenschappelijk Onderwijs, het voorontwerp Kaderwet Hoger Onderwijs, het voorontwerp Machtigingswet, en — op een recente achternamiddag — de afschaffing van de vrijstelling van collegegeld voor zeer ouderejaarsstudenten, in verband met de bezuiniging op het overheidsbudget. Als pseudo-wetgeving voeg ik erbij: de Beleidsnota Universitair Onderzoek (BUOZ) en de nota Open Universiteit. Op Twee-fasenstructuur, WWO'8i en BUOZ wil ik nader ingaan; een vraag die ik daarbij zal stellen is: hoe — goed — functioneert het wetgevingsproces ten opzichte van het wetenschappelijk onderwijs? Het wetsontwerp Twee-fasenstructuur is een nieuwe stap op de lange weg naar een wettelijke beperking van cursus- en inschrijvingsduur. Het probleem werd al gesteld door minister Cals in zijn ambtsperiode voor Onderwijs en Wetenschappen (1952—1963). De discussie werd losgemaakt door de nota's van Posthumus (1968—1970), gevolgd door het voorontwerp van Wet Herstructurering Wetenschappelijk Onderwijs en de daarop aansluitende wetgeving in 1975, met de bij Kamer-amendement opgenomen formule: „ten hoogste vijf jaar" voor een doctoraal examen. De kennelijk beoogde zelfselectie door de faculteiten werkte, althans in eerste instantie, niet; het overgrote deel stelde 5 jaar voor. Minister Pais concludeerde tot onuitvoerbaarheid van de Wet Herstructurering, die vervolgens in 1978 voor twee jaar en onlangs nog eens voor een jaar buiten werking werd gesteld. Hij stelde een wijziging van proces en koers voor in de nota Hoger Onderwijs voor Velen, die tot enkele ongeveer instemmende Kamermoties leidde. De Academische Raad formuleerde een reeks van kritische vragen en opmerkingen bij de nota (die kennelijk in grote haast was vervaardigd) en bepleitte voortzetting van het WHWO-proces. Ook in de Tweede Kamer leverde de nota veel vragen op. Voor het antwoord verwees de minister in veel gevallen naar het voorontwerp van wet. Daarin bleek een standaardantwoord te zijn: de minister krijgt de bevoegdheid een en ander te regelen. De Academische Raad ging geheel dwarsliggen; een basis voor overleg was er nauwelijks meer. In het wetsontwerp Twee-fasenstructuur dat dit jaar aan de Staten-Generaal werd aangeboden, stuurde de minister weer bij in de richting van de verde18
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979
Jaarboeken | 132 Pagina's