GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1980-1981 - pagina 144

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1980-1981 - pagina 144

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lessings verhouding tot de theologie wordt naar zijn mening bepaald door een onvermoeid zoeken naar de waarheid, een zoeken dat nooit afgesloten was en zijn uitdrukking vond in het fragment-karakter van zijn theologische geschriften. Op grond van een grote belezenheid en met behulp van streng systematisch onderzoek kwam Schneider tot dat, wat hij als de kern van Lessings houding t.a.v. het Rationalisme zag: de grootste vertegenwoordiger van de Verlichting in de Duitse literatuur 'wusste um die Schranken der Vernunft und um die Relativitat aller jeweiligen Erkenntnisse'. Schneiders boek verkreeg veel resonantie. Doordat het de tegenstellingen niet harmoniseerde, maar juist het relativeren van het als absoluut beschouwde als een essentieel 'Denkbedürfnis' van de schrijver centraal stelde, gaf het nieuwe impulsen aan het onderzoek. Schneider bleef in onderwijs en onderzoek trouw aan de 18e eeuw, waarvan zijn kennis, geconcentreerd rond Lessing en Schiller, zich voornamelijk in de richting van de geesteshistorische grondslagen verdiepte, trouw bleef hij ook aan de eenmaal gekozen invalshoek. In zijn inaugurele oratie (25 oktober 1963) onderzocht hij onder de titel Der Graben und der Schlund enkele karakteristieke 'aspecten van Lessings en Schillers wijsgerige denkbeelden'. Weer ging het om de discrepantie van de zintuigelij k waarneembare en rationeel te doorgronden wereld van de verschijnselen enerzijds, de ondoorgrondelijke wereld van de eeuwige en absolute waarheid anderzijds. Schneider zag in het levend-houden van het zoeken naar de zin der dingen een opdracht, al besefte hij hoe 'ouderwets' dit aanvankelijk moest lijken - 'In de tijd van ruimtevluchten is blijkbaar de vlucht naar het rijk der ideeën uit de tijd'. In deze geest gaf hij zijn colleges, voor de jongerejaars studenten behoedzaam en eenvoudig, voor de ouderejaars schrok hij niet terug voor onderwerpen die op het oog weinig actualiteit hadden - als bijv. Schillers esthetica -, maar uiteindelijk bleken te leiden tot verdiept inzicht in problemen, die niet alleen de Duitse letterkunde raken. Het lag in de lijn van zijn ontwikkeling dat Schneider in het afscheidscollege van 11 november 1972 Dürrenmats bewerkingen van het wederopersdrama rond Jan Beukelszoon van Leiden beoordeelde vanuit Schillers opvattingen over het historische drama, die hij als wegwijzend ook voor onze tijd beschouwde. Zijn weloverwogen oordeel luidde dan ook, om de titel te citeren. Een misgreep van Dürrematt. Hiermee is ook de onverbiddelijkheid gemarkeerd waarmee Schneider heilige huisjes benaderde, wanneer in het geding kwam wat in zijn visie de waarheid was. Hij ging zijn studenten voor op deze weg, kritisch, zelfstandig, onafhankelijk. Wij hebben veel reden hem niet te vergeten. Wij zijn hem dankbaar. F. J. van Ingen 142

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

Jaarboeken | 232 Pagina's

Jaarboek 1980-1981 - pagina 144

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

Jaarboeken | 232 Pagina's