Jaarboek 1981-1982 - pagina 30

Ook formeel gezien levert de uitdaging niet geringe problemen op. Zij veronderstelt een structuur overeenkomstig bv. een Dagelijkse Raad van de Academische Raad, zoals voorgesteld in de WWO '81, maar de wetgever heeft in die structuur nog niet voorzien. Zij veronderstelt gezamenhjk overleg in zeer korte tijd om te trachten tot een plan te komen dat op een zekere consensus berust, in collegiale verantwoordelijkheid voor het Nederlands WO als geheel, van hen die formeel slechts verantwoordelijk zijn voor de eigen instelling en voorts met elkaar in concurrentie staan in barre budgettaire tijden. Op grond van hun beleidsvoorbereidende verantwoordelijkheid zal de uitdaging wel bij de colleges van bestuur terecht komen, met inachtneming van hun beperkte bevoegdheden volgens de WUB. De vraag of de uitdaging moet worden aanvaard en hoe dan te werk moet worden gegaan, kan op dit moment wat de vrije universiteit betreft nog niet worden beantwoord; we hebben daar nog een paar weken voor. De zwaarste last bij dit alles is dat het uiteindelijk gaat om een plan dat bij ongewijzigd regeringsbeleid zal leiden tot een groot aantal gedwongen ontslagen, - zoals gezegd een bittere zaak. Het is duidelijk dat de Vrije Universiteit in de komende jaren niet aan het doen van pijnlijke keuzen kan ontkomen: welke taken worden voortgezet en opgenomen (tweede fase bv.), en welke worden verminderd of zelfs beëindigd. Het college van bestuur heeft al eerder uitgesproken dat aan de doelstelling van de universiteit op zichzelf genomen geen grond voor het maken van dergelijke keuzen ontleend kan worden. De doelstelling heeft vooral betekenis voor het waarom en hoe van de Vrije Universiteit, haar onderwijs en wetenschapsbeoefening; de doelstelling is dan ook in de Regelen nauw verbonden met het personeelsbeleid. Voor het wat, de keuze van studierichtingen en disciplines, geeft de doelstelling weinig houvast. Gesteld voor de vraag of studierichting x dan wel studierichting y zou moeten worden opgeheven, lijkt het erg moeilijk, zo niet onmogelijk, zich een argumentatie in te denken waarin de doelstelling de doorslag kan geven. De geschiedenis en ontwikkeling van de Vrije Universiteit, ook in recente jaren, hebben er reeds toe geleid dat bepaalde wetenschapsgebieden aan de Vrije Universiteit slecht of in het geheel niet vertegenwoordigd zijn, hoezeer men dat ook kan betreuren. Corrigeerbaar is dit nauwelijks meer in de huidige omstandigheden. Ik wil er bovendien op wijzen dat de Vrije Universiteit bij het tot stand komen van 100% overheidssubsidie onder het regime van artikel 96ter van de WWO is gebracht, met inbegrip van de - beperkte - ministeriële bevoegdheid inzake taakverdeling. Volgens datzelfde artikel heeft zij echter in principe recht op bekostiging van wat tot,,uitrusting en bestand" van een Nederlandse universiteit behoort. In het afgelopen bestuursjaar werd de reeks van geschriften over het karakter van de 28

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen