Jaarboek 1982-1983 - pagina 28

Voor de VU als kleinste van de middelgrote Nederlandse universiteiten en als instelling met haar eigen doelstelling is kwaliteit van vitaal belang, een noodzakelijke zij het niet voldoende voorwaarde om voort te bestaan als bijzondere instelling. Voor de integriteit van de VU zit daaraan vast de selectie en binding van haar personeel met betrekking tot die doelsteUing, mits ook dispensatie van persoonlijke instemming met de doelstelling kan worden gevraagd en verleend, als uitzondering in kwantitatieve zin, maar verder geheel Regel-matig. Personeelsbeleid en op dat gebied baas in eigen huis blijven spelen voor de VU dan ook een essentiële rol bij taakverdeling, concentratie, samenwerking en samenvoeging in de relatie met andere instellingen. Van direct daarop volgende, maar dus tweede orde is: kan de VU een compleet eigen onderwijsprogramma aanbieden? En van derde orde is dan: hoe volledig en zelfstandig is de VU wat betreft haar onderzoekprogramma's? Deze rangorde veronderstelt dat profiel en bestand naar faculteiten, studierichtingen en disciplines eerst bepaald zijn. Gezien de ervaringen in de afgelopen jaren en de recente ontwikkelingen op het gebied van taakverdeling en concentratie is het mogelijk noch verstandig vaste beleidslijnen voor taakverdeling en samenwerking tussen de VU en andere insteUingen te trekken. In de relatie met de Universiteit van Amsterdam blijkt complementariteit met wederzijdse ruimte voor en inbreng van eigen profiel, keuze en beleid een zeer bruikbaar uitgangspunt te zijn. In het algemeen kan met waardering over de goede verstandhouding met de Amsterdamse, grotere zuster gesproken worden. De afstand naar Leiden en Utrecht is echter niet veel groter. Een reden om van pogingen tot algemene samenwerkings- en taakverdelingsstrategieën af te zien is dat situaties per disciphne vaak zeer verschillend zijn. Als gevolg van TVC zal een zeer bijzondere en in enkele opzichten vergaande samenwerking met de Universiteit van Amsterdam ontstaan in de Tandheelkunde. Aan dat precedent moet in de richting van de minister de opmerking verbonden worden dat hij zich, zeker ten opzichte van bijzondere instellingen, terughoudend zal moeten opstellen wat betreft het feitelijke opleggen en afdwingen van eenheid. Daar staat tegenover dat de Vrije Universiteit voor haar functioneren baat heeft bij soms intensieve samenwerking met collega-instellingen, in het bijzonder met de Universiteit van Amsterdam. Hoe het verder zal gaan met veranderingen in het Nederlands wetenschappelijk onderwijs, met taakverdeling en concentratie, met profilering van de Vrije Universiteit in die context, is niet van hoofdzakelijk belang voor de toekomst van de VU. Wel is dat of zij van binnen, in haar personeel, en van buiten, in de Vereniging waarvan zij uitgaat en in ruimere kring, gedragen wordt door mensen die wat zien in de doelstelling van de Vrije Universiteit, 'al haar arbeid in gehoorzaamheid aan het Evangelie van Jezus Christus te richten op het dienen van God en Zijn wereld'. Rondziend in de oecumene, met besef van pluraliteit, kan de uitnodiging om er wat in te zien wijd en open uitgaan. Voorzover 26

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen