Jaarboek 1989-1990 - pagina 35
mate wordt de kost verdiend door machines, de productiviteit per werknemer is be duidend toegenomen. - De maatschappelijke driedeling: jeugd (0-16), werkenden (17-65) en ouderen (65 + ) is een vierdeling geworden: jeugd (0-18) 26% van de bevolking, volwassenen (19-57) 54%, senioren (58-82) 17% (zelfstandige ouderen) bejaarden (83 + ) 2%. (hulpbehoevende ouderen) Deze categorieën worden ervaren als: de "korners”, de "zijnders”, de "geweest zijnders” en de "geweest hadden moeten zijnders”. Tot de senioren worden gerekend de mensen, die op grond van hun leeftijd niet meer in het arbeidsproces passen, maar zich wel in hun eigen omgeving handhaven. Tot de bejaarden worden gerekend de mensen, die professionele hulp nodig hebben of in een tehuis zijn opgenomen. Op 57 jarige leeftijd heeft meer dan de helft van de mensen zijn werk beëindigd en de opvoeding van hun kinderen voltooid. Boven de zestig jaar werkt geen 20% meer. De leeftijd, waarop de helft van de mensen professionele hulp nodig heeft of in een tehuis is opgenomen bedraagt 84 jaar. Onder de 80 jaar weet ruim 90% zich zelf te redden. De duur van het seniorenschap kan dus 27 jaar worden. De categorie der senioren maakt nu reeds 17% van de bevolking uit. Het bejaard zijn duurt gemiddeld ruim 3 jaar. Deze categorie maakt nu 2% van de bevolking uit. Van de ouderen behoort 90% tot de senioren en 10% tot de bejaarden volgens de gehanteerde werkdefinities. - De economische solidariteit tussen de leeftijdscategorieën is verzwakt ten nadele van de jongeren. Tijdens de recessie in de jaren tachtig zijn de bezuinigingen vrijwel geheel terecht gekomen bij de jongeren door verlaging van de aanvangssalarissen en uitstel of vertraging van de carriërevorming. Het aantal gepensioneerden op basis van 70% van hun laatste verdiende bruto inkomen stijgt snel. Onder de bejaarden neemt het aantal bijstandtrekkers af, onder de jeugd toe. De jeugd kan in tegenstelling tot ouderen een achterstand compenseren de door grijze verdiensten. Het is de vraag of bij afneming van de solidariteit van de ouderen de jongeren bij voorbeeld solidair willen blijven in de betaling van de gezondheidszorg, waarvan zij zelf nauwelijks en de ouderen zeer veel gebruik maken. - De politieke macht is snel toegenomen. Van de stemgerechtigden is 1/4 boven de 60, de macht van de ouderen komt tot uiting in de partijpolitiek. - Het kind als voornaamste verzorger verdwijnt. Er zijn veel minder kinderen, steeds meer bejaarden hebben geen kinderen, kinde ren wonen op grote afstand, dochters hebben een werkkring. In de jaren vijftig was 33
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989
Jaarboeken | 161 Pagina's
![Jaarboek 1989-1990 - pagina 35](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/jaarboeken/jaarboek-1989-1990/1989/01/01/1-thumbnail.jpg)