Jaarboek 1989-1990 - pagina 19

De identiteit van de Vrije Universiteit werd beschermd door benoeming van vaste staf, behoudens uitzonderingen volgens een specifieke procedure, te binden aan persoonlijke instemming met haar opnieuw geformuleerde grondslag. Het nietgereformeerde deel van de VU-staf groeide sterk. Pluraliteit in "stromen van in­ stemming” werd niet alleen erkend, maar ook onderkend als essentieel voor de Vrije Universiteit. Het Bezinningscentrum werd opgericht. De vraag naar zin en bedoeling van de Vrije Universiteit werd opnieuw beantwoord in het internationale congres "Concern about Science” ter gelegenheid van het eerste eeuwfeest van de VU in 1980. Een prachtig feest was dat! De jaren ’80 waren eerst en vooral jaren van bezuiniging, steeds weer en steeds meer, tot ontmoedigens toe. Als alle sectoren van staatszorg in die jaren zo behan­ deld zouden zijn als de Nederlandse universiteiten, zou de minister van financiën tegenwoordig geen enkel probleem hebben. Het personeelsbudget van de VU werd tussen 1980 en 1990 gereduceerd met 18%, en het overige-lastenbudget (voor huis­ vesting, hulpmiddelen voor onderwijs en onderzoek, etc.) met 13%. In de selectieve landelijke bezuinigingsoperaties op de universiteiten, TVC en SKG, leed de VU een aanzienlijk verlies in haar sector sociale wetenschappen, door op­ heffing van de studierichtingen Sociale Geografie, Sociologie en Andragologie. Op Letteren en Geneeskunde werd tweemaal een aanzienlijke bezuiniging toegepast. Tandheelkunde verloor enkele vakgroepen en werd met de resten van haar UvAzusterfaculteit samengevoegd in ACTA (Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam). Op de diensten werd en wordt nog steeds sterk bezuinigd. Alle opleidingen voor het doctoraal examen (behalve Godgeleerdheid) werden te­ ruggebracht van 5 naar 4 jaar. De in het vooruitzicht gestelde bekostiging van post­ doctorale opleidingen van de zgn. tweede fase ging niet door. Alleen artsen, tan­ dartsen en leraren worden door de minister van onderwijs bediend. Tegen alle verwachting in steeg het aantal eerstejaars in de jaren ’80, van 2300 in 1980 tot 3000 in 1989. Het percentage eerstejaars dat een doctoraal examen behaal­ de, ging omhoog van 51% voor de generatie van 1978 tot 59% voor de generatie van 1982. Ondanks alle bezuinigingen bleef het "hoger onderwijs voor velen” on­ aangetast; er kwamen ook niet meer numeri fixi. Een nadere analyse van de reductie van het personeelsbudget in de jaren ’80 levert op dat 56% ervan werd toegepast op de financiering van onderwijs en onderzoek en 44% op die van diensten en ondersteuning. Van de bezuiniging op onderwijs en onderzoek door combinatie van budgetreductie en groei van aantal studenten in de jaren ’80 werd 36% gedekt door taakvermindering ingevolge de beperking van de cursusduur voor het doctoraal examen tot vier jaar; 18% werd gedekt door de opheffing van een faculteit; 26% leidde in de bezuinigingen van 1983 en 1986 (TVC en SKG) tot extensivering van onderwijs en reductie van onderzoek; de overi­ ge 20% volgde aan het eind van de jaren ’80 door onderfinanciering van het stij­ gend aantal studenten en zal aan verdere onderwijsextensivering toegerekend moe17

1

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen