GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 195

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

179 In de eerste plaats: ,de individualiteit of, wilt gij liever, de persoonlijkheid". Door 't prijsgeven van 't creatianisme zou dit onmogelijk te verklaren zijn. Ware individualiteit een eigenschap, alleen den mensch eigen, dan zou 't Creatianisme uitdrukking geven aan een bestaand verschil; doch ook in de dierenwereld en 't plantenrijk geldt geen dier, geen plant gelijk. Nu vreest Dr. H. analogieën, zie pag 86, wegens gevaar voor het materialisme, en de descendentieleer; een vrees, welke gegrond is op zijn zuiver materialistische opvatting van het dier, zooals blijkt uit deze woorden: ,Bij de dieren wordt alleen de physische eenheid gevonden." Ook 't dier heeft een onstoffelijk bestaan;'t ziet,'t ruikt, 't hoort, en handelt niet als een machine, maar met overleg en in het vermogen zijn zintuigelijke gewaarwordingen tot zijn nut aan te wenden, is er individualiteit. Uit 't betoog van Dr. H. zou m. i. volgen „telkenmale schepping van een dieren psyche, want de stelling luidt: „geen individualiteit zonder creatianisme". Individualiteit au wordt door 't generatianisme niet ontkend; ook niet de schepping van de menschenziel in Adam, want 't poneert niet de stelling mensch uit dier, doch mensch uit mensch, naar analogie van dier uit dier. Doch dan is in deze quaestie 't belang van het creatianisme niet aangetoond. In de tweede plaats zou geen theorie in staat zijn ,om de eigenaardige en zelfstandige positie van den mensch naar de eene zijde tegenover de engelen, naar de andere zijde tegenover de dierenwereld vast te stellen." De generatianist aanvaardt wel degelijk dit verschil. Volgt er nu uit de voorstelling dat de mensch volledig uit mensch ontstaat, dat dit verschil wordt opgegeven? Naar ik meen, niet; maar dan ontbreekt ook het bewijs voor de bewering van Dr. H., dat de generatianist ,de ethische zijde verbreekt, om niet dan een physische eenheid over te houden". Wat „physische eenheid" is? Een uitdrukking, ook voor het dier gebruikt — een klank, geen begrip. Slechts zooveel meen ik te begrijpen, dat de beschuldiging van materialisme zijn oorzaak vindt in deze uitdrukking. Ten slotte zegt Dr. H. ,wordt door het Generatianisme, zij 't dan

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 195

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's