1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 83

69 treedt; evenmin is het ook maar eenigszins duidelijk, hoe nu eens hoogheids- dan weer kleinheidswaanvoorstellingen worden waargenomen. Zoo kennen we verder geen hersenafwijkingen, die ons bij andere vormen van krankzinnigheid ook maar eenigszins het vormen of het voorkomen van ziekelijke voorstellingen verklaren. Zoomin als wij weten, wat er in de hersenen gebeurt, wanneer zich eene met de werkelijkheid overeenkomende voorstelling vormt, zoomin weten wij dit ook, wanneer eenige niet met de werkelijkheid overeenkomende voorstelling, een waanvoorstelling, daarin post vat. Zoo ook bij de zinsbegoochelingen, de halllucinaties. Zoolang wij bij de normale waarneming, met welk zintuig ook, staan voor een ignoramus, zoolang wij niet weten, wat daarbij in onze hersenen plaats vindt, zullen wij ook wel niet uitvinden, wat er plaats heeft bij den lijder, die aan hallucinaties op één der zintuigen lijdende is. Zoowel het normale als het abnormale is, ook waar wij een functioneel verschil moeten toegeven, ons in zijn wezen onbekend: bij beide staan wij voor een ignoramus, niet alleen wat den fijneren bouw der hersenen, maar vooral, wat hare verrichtingen betreft. Wanneer wij dan nu rechtstreeks terugkomen op de vraag, of aan elke psychische afwijking een anatomische of physiologische afwijking ten grondslag ligt, dan kunnen wij herhalen, dat de materialist hier niet anders dan een bevestigend antwoord kan geven. Een eigenlijke psyche, een ziel, die zonder aan de stof gebonden te zijn, kan bestaan, bestaat er voor hem niet; wat hij dus aan afwijkingen constateert, moet een afwijking zijn in de stof, die, omdat ze veranderd is, ook afwijkt in hare verrichtingen. Vindt hij deze afwijkingen niet, dan moet hij dit toeschrijven aan de onvolmaaktheid van het waarnemingsvermogen en de instrumenten ; daarbij aan gebrek aan kennis van het normale of het pathologische levensproces. Verder kan hij aannemen, dat met den dood, die tot weefselveranderingen aanleiding geeft, de verschillen, die tijdens het leven bestonden, zijn verdwenen. De tweede vraag of hierbij de psychische of wel de somatische afwijking het primaire is, dan wel of beide afwijkingen tegelijkertijd ontstaan, kan den materialist verder geen hoofdbreken kosten: ab-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen