GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 160

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

144 ook

op den schedel aantoonbaar moeten zijn.

, L e crane se moule

sur Ie cerveau." ' ) Gall is de grondvester der phrenologie. inwendige

organen

zintuigorganen.

De hersenen zouden uit

bestaan, die analoog waren aan de uitwendige

Die vermogens, die in de hersenen waren geloca-

liseerd, werden daarom ook inwendige zinnen genoemd, Gall onderscheidde er 27 en Spurzheim telde er nog 8 bij. De grondkrachten der ziel (Gall), verstand, rede, wil, enz. worden niet maar

gelocaliseerd,

ze zijn gelijkmatig bij de functie van alle hersenorganen, j a

zelfs der

uitwendige zinnen, werkzaam.

Elk van deze organen is

volgens Gall een individueele intelligentie. ^) Bij een der localisaties, bij den „spraakzin'', kwam hij dicht bij de tegenwoordige opvattingen en het is onder invloed van Gall geweest, dat Bouillaud als de voorlooper van de aphasieleer kan beschouwd worden. Gall heeft de groote verdienste, dat hij door onvermoeiden arbeid op het gebied der anatomie vele verkeerde voorstellingen omtrent het cerebrum heeft weggenomen, maar daarnaast is hij door zijne localisaties van de kinderliefde, den godsdienstzin, feitenzin en wat dies meer zij zoo op een dwaalspoor geraakt, dat het slechts verwondering kan baren, dat iemand van het gezag van Moebius nog getracht heeft de phrenologie van Gall in enkele opzichten te rehabiliteeren, o. a. wat den aanleg voor wiskunde betreft. Voor de door Moebius bij 300 mathematici

geconstateerde onge-

meen sterke ontwikkeling van den bovensten buitensten hoek van de oogholte geeft Wundt een dubbele oplossing. In

de

eerste

plaats

—• en dit komt

hem

het

meest

waar-

schijnlijke voor — zou het afhankelijk kunnen zijn van een werking op de aangezichtsbeenderen door de mimische spanning der aange') Deze gegevens zijn ontleend aan het belangrijke en goed gedocumenteerde werk van Jules Soury //Le système nerveux central, structure et fonctions."

Paris 1899, waarin bovendien de beschouwingen der oudere schrijvers

omtrent de localisatieleer uitgebreid zijn weergegeven. *) Wundt, Grrundziige der physiol. Psychol. Pünfte Auflage, Leipzig, Engelmann. Erster Band, p. 299.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 160

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's