GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 210

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

194 ken is als van zelf verdwenen door de statistische onderzoekingsmethode. Het bestaande kan verkleind of vergroot worden, iets nieuws ontstaat echter daarbij niet. Elders noemt de Vries dit een van de grootste bezwaren tegen de selectie theorie. 2. De duur. Ongegrond is de meening, dat de lineaire variatie een onbeperkte is. Onder gunstige voorwaarden wordt in 2—3 gewoonlijk in 3—5 generaties het hoogtepunt bereikt. Dat dit bezwaar tegen de selectie theorie van geen geringe beteekenis is, is duidelijk. 3. De grenzen der selectie. Al zijn de grenzen niet scherp aan te wijzen, de meening, dat door selectie in bepaalde richting de variabiliteit in die richting zou toenemen is slechts schijnbaar, daar de minderwaardige exemplaren buitengesloten worden. In de nauwkeurig bekende gevallen wordt de voortgang steeds moeilijker om langzaam op te houden. '* 4. De regressie. Hoe lang dè selectie ook moge duren, steeds treedt regressie op, en komen de oorspronkelijke soortkenmerken weer voor den dag. 5. Onbestendigheid der rassen. Deze onbestendigheid is een vast kenmerk tegenover de soorten. Na het ophouden der selectie verdwijnen de kenmerken van het ras in eenige generaties. 6. Voortdurende verbeteiing der selectie methode. Elke verbetering in de methode geeft een scherpere selectie; blijft daarna deze selectie dezelfde, zoo blijft ook de grens van het bereikte constant. 7. Alzijdige verbetering. Op hoe meer eigenschappen men let, des te langzamer nadert men tenslotte de grens. 8. Aanpassing aan bijzondere cultuur-voorwaarden. Elk veredelt ras behoort bij een bepaalde bodem, klimaat en bemesting en is daarom locaal. 9. Natuurlijke teeltkeus op den akker. In een nieuw klimaat blijven alleen die individuen over, die dat klimaat verdragen. In de meeste gevallen werkt daarom de natuur het door de cultuur bereikte tegen. Nu is 't eerste deel der Mutatie-theorie gewijd aan een ,Revision der Thatsachen", doch met het oog op deze stellingen, is duidelijk dat de Vries het Darwinisme in zijn hartader treft. Niet de feiten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 210

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's