GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 60

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

46 spreekt daar in het voorbijgaan ook eenigszins over ons onderwerp, in de volgende bewoordingen (pag. 38). „Inderdaad is er een veel naderbij liggende verklaring van de schijnbare doelmatigheid in de natuur. Vooreerst kan geen natuurwezen leven en geen soort voortbestaan, waar niet de voorwaarden voor bestaan en voortplanting aanwezig zijn. Ten ander is elk ongebruikt orgaan aan atrophic onderworpen en komen diensvolgens slechts zulke organen tot ontwikkeling welke een organisme noodig heeft om te leven en te groeien. Ten derde is er in een afgesloten organisme een kracht tot instandhouding en wederkeerige ondersteuning der deelen, welke bij verwonding van een deel, samenwerking der overige deelen doet ontstaan om de schade te herstellen. Hierin ligt het voorname onderscheid van een organisme en een mechanisme." Hadt gij bij v. Houten verwacht een zoodanige erkenning, dat het ,leven" nog iets anders en meer is als een scheikundig proces; dat tusschen een organisme en een mechanisme een voornaam onderscheid bestaat? Ik denk, de echte en onvervalschte materialisten, die slechts „kracht en stof' kennen, die van een ,levenskracht" niet willen hooren, (om van de door v. Houten erkende vis medicatrix naturae te zwijgen) zullen van Houten niet dankbaar zijn voor deze belijdenis, en hem, den politicus en ethischsociale-philosooph, voor zijn uitstapje naar het gebied der natuurphilosophie niet huldigen. Hij erkent de kloof tusschen de anorganische en organische natuur en staat daardoor in principe tegen de evolutionisten. Want al kan ik niet bewijzen, dat God den mensch schiep, zooals de Bijbel het ons verhaalt: als gij maar erkent, dat de organische Schepping, dat „het leven" iets anders is als het onbewerktuigde, dan zijn wij het nog wel niet eens, maar dan is er nog hoop voor een beter inzicht uwerzijds. Alle evolutionisten slooven zich immers uit om te betoogen, dat ook het leven niets anders is dan een chemisch-physisch proces, dat dus kan voortkomen, of althans eenmaal spontaan kan voortgekomen zïjn, uit anorganischen oorsprong. W a r e dat zoo, dan was de evolutionist nog wel niet daar, waar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 60

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's