1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 151

137 de finaliteit op den voorgroad in de ontwikkeling. ,L'oeuf est un mechanisme" zegt Roux; doch ten onrechte. ,L'oeuf est un devenir!" (01. Bernard) of nog juister gezegd: ,Der Keim ist das Ganze in potentia." (Joh. Muller). Hier nemen we waar, dat 't geheel er is vóór de deelen, de werking vóór de oorzaak. Dat de gedachte . . . der rorausgesetzte Zweck ist Gedanke (Trendelenburg) . . . zich meester maakt van de stof. In 't water, onder dezelfde condities, zien we 't ei van visch tot een visch, en 't ei van een slak tot een slak worden. Elke phase der ontwikkeling is een .schrede nader tot het toekomstige dier. jAllenthalben empfangt der Stoff vom Zweck eine uothwendige Eiawirkung, und wird, indem er sich in diesem nothwendigen Dienst begiebt, in verschiedene Gestalten das Mittel." i) Finaal te verstaan is 't proces der bevruchting in zijn verband met de erfelijkheid; finaal te verstaan is de reductiedeeling, niet slechts in dien zin, dat 't getal der chromosomen constant blijft, doch waarschijnlijk ook opdat aldus variatiën zouden ontstaan (zie theorie Weissmann). 2) Finaal te verstaan is 't feit dat eerst de kern zich deelt, daarna het cellichaam. Finaal al de processen van dissimilatie en assimilatie. Een enkel, doch sprekend voorbeeld wil ik hierbij aanhalen, 't Betreft 't fluoorcalcium. 't Is een zout, dat in ons lichaam dient, om het beenderenstelsel nieei'dere stevigheid te geven, en tot opbouw van de tanden. 't Is echter zoo weinig oplosbaar, dat om 1 gram Fl. Ca. op te lossen ongeveer 2350 liter water noodig zijn. In de moedermelk komt 't niet dan in sporen voor. Naar berekening zou 't kind 800 jaren lang 1 liter melk moeten drinken om de noodige hoeveelheid (88 gram) tot zich te nemen. Was 't doel niet een constitutieve macht, welke de chemische en physische factoren in haar dienst stelt, 't doel zou niet bereikt worden. Maar uu blijkt dat bij de geboorte 't kind de vereischte l) Trendelenburg, png. 34—35. 3) Edmund B. Wilaon. The cell indevelopment and inheritance 1904.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen