GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 192

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

176 Na de phylogenese komt, in het derde capittel, de ontogenese aan de beurt. Wie het standpunt van Stratz kent, een standpunt dat trouwens reeds min of meer uit den titel blijkt, vindt het zeker niet vreemd aan het slot van dit hoofdstuk de bekende verzekering te hooren, dat het beeld der ontogenese in het klein het verloop der phylogenese weergeeft, maar vraagt zich toch af of een andere uitkomst wel te verwachten is, wanneer men met Stratz bij den opbouw der phylogenese ruim gebruik maakt van hetgeen de ontogenese leert. In een vierde hoofdstuk behandelt Stratz de lichamelijke kenmerken van den mensch en wordt o. a. de canon van Fritsch besproken en aanbevolen. Het vijfde en zesde of laatste hoofdstuk zijn gewijd respectievelijk aan de ontwikkeling en de groepeering der rassen. Aan den stamboom van het menschelijk geslacht zouden de Australiërs de eerste tak, de Papua's en Koikoin de daarop volgende takken gevormd hebben, alle drie rassen, welke in meerdere of mindere mate de eigenschappen in zich vereenigen waardoor het blanke, gele en zwarte ras zich van elkander onderscheiden. Van den hoofdstam zoude daarop het zwarte ras zich het eerst vrij gemaakt hebben en eerst later, nadat inmiddels de Indonesiërs en de Amerikanen waren ontstaan, zoude de resteerende menschheid zich in 2 groepen, protoleukodermen en protoxanthodermen hebben gesplitst, waaruit later de leukodermen en xanthodermen met enkele aanverwante rassen zijn ontstaan. Dit schema van Stratz heeft het voordeel eenvoudig te zijn en is reeds deswege aanlokkelijk; de vraag echter of het, zij het ook slechts in hoofdlijnen, juist is schijnt mij thans nog niet voor beantwoording vatbaar. Voor enkele rassen, als dat der Papua's enz. die blijkbaar steeds een geïsoleerd bestaan geleid hebben, moge de lijn der ontwikkeling eene eenvoudige geweest zijn, voor het blanke ras, samengesteld uit stammen en volken, die buitengewoon mobiel waren, telkens zich verplaatsten en welke daarbij gemakkelijk in wisselwerking konden treden zoowel met het zwarte als met het gele ras, schijnt mij het schema van Stratz te eenvoudig. Hoe dit ook zij, de lacunes in onze kennis der menschheid zijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 192

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's