GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 212

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

196 laat zich verstaan, dat velen met volle overtuiging het tegendeel beweren. Mij rest dan nog aan te toonen, hoe dit mogelijk is. De volgende punten geef ik in overweging: 1'. De groote vereering van prof. de Vries voor Darwin. Deze gaat zelfs zoo ver dat de Vries zijne verschillen met Darwin tot quantitatieve verhoudingen wil herleiden. Zoo b.v. schrijft de Vries in „Soorten en Variëteiten" pag. 5 : „Darwin kende beide lijnen van ontwikkeling." Hierdoor wordt den indruk gewekt, dat, ja, Darwin wel is waar, wat te weinig gewicht hechtte aan de mutaties en te veel aan de variaties, doch dat hier eigenlijk maar een meer of een min in het spel is; slechts een , revisie van feiten" is voldoende. Doch zoo wordt aan de historie te kort gedaan. Darwin kende geen twee lijnen van ontwikkeling, hij onderstelde ze; maar naarmate de critiek scherper werd, hechtte hij ten slotte zelf nagenoeg geen waarde meer aan de onderstelde „Single variations." Hoe zou Darwin ze ook kunnen kennen, ,,de beide lijnen van ontwikkeling"! Er bestaat slechts één lijn. Niet die hij zelf aannam, door kleine individueele variaties, waarbij de selectie van invloed was, maar door sprongvariaties. Br is een quatitatief verschil. Deze meening wordt door prof. Went gedeeld: „Er is een essentieel onderscheid met de andere voorstelling; deze werkt met variaties, de Vries met mutaties. Dat is geeu kwantitatief, maar een kwalitatief verschil; ik zoek den hoofdfactor in de erfelijkheid. Mutaties zijn volkomen erfelijk (en die, welke het niet zijn, kunnen voor de soorts vorming buiten beschouwing blijven), variaties zijn dit slechts in zeer geringe mate, maar hebben een groote neiging om terug te keeren tot het gemiddelde kenmerk van de soort." enz. 2. Onduidelijkheid in het formuleeren van het begrip Darwinisme. Nu eens schijnt 't dat daarmede bedoeld wordt de selectie theorie, dan weer de desceudentie theorie, dan weer alsof 't wezenlijke is, dat de variaties optreden „alzijdig" „richtungslos". Bedenken we DU dat Darwin zelf, zich niet gehouden heeft aan zijn definitie dan wordt 't duidelijk, dat de uitdrukking „niet in strijd met Darwin" zonder meer, niet veel bewijst. Vast staat, dat onder Darwi-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 212

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's