1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 190

174 wellicht niet beter passen in hun systeem dan in dat dergenen, die slechts met de natuur wenschen te rekenen, en in ieder geval, hoe dit ook zij, in ijverig detailonderzoek geen mindere kracht te ontwikkelen dan degenen, die door de hypothese der evolutie daartoe geprikkeld worden. Om verschillende redenen kan thans op dit punt niet diep worden ingegaan; slechts enkele opmerkingen mogen hier haar plaats vinden. Zoo als bekend is, heeft de embryologie aangetoond, dat de mensch tijdens de ontwikkeling van bevruchte eicel tot pasgeboren individu verschillende stadia doorloopt; welke zekere overeenkomst vertoonen met die welke bij de ontwikkeling van visschen, amphibien en enkele zoogdieren worden waargenomen. Dat zulk een feit koren op den molen der evolutiemannen schijnt te zijn, kan grif worden toegegeven, maar aan de andere zijde kan m. i. bezwaarlijk worden ontkend, dat dit feit geheel past in het systeem van hen. die tegenover de evolutie de Schepping stellen. Legt, zoo mag door hen worden gevraagd, een kunstenaar, die een serie kunstwerken schept, niet in elk dier werken, in elk zijner scheppingen, een zelfde iets, veel of weinig, dat kenmerkend is voor hem, dat den kunstenaar doet kennen, ook al ontbreekt diens handteekening en hetwelk tevens verraadt, dat al die kunstwerken, wijl door éénen geest bedacht en afkomstig van één maker onderling in zekeren zin verwant zijn; kan het bevreemden, zoo mag tevens worden gevraagd, dat de Geest, die alle creatuur schiep en voor elk creatuur de ontwikkeling bepaalde, in elk van een serie schepselen de bewijzen neerlegde, dat zij hun oorsprong te danken hebben niet aan verschillende makers, met afwijkende geduchte vervuld, maar aan slechts één Maker, die wilde, dat geheel zijne Schepping een harmonisch geheel zou zijn en dus dat ook de bouw en de functie der verschillende schepselen harmonie en groote overeenstemming zouden verraden. Het meest Dit welke

is voorts bekend, dat de mensch niet in elk opzicht het ontwikkelde wezen is. feit schijnt in tegenspraak met de bijzondere en hooge positie, de mensch volgens de Schrift inneemt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen