1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 98

92 echter niet, want deze realiteit eist van hem een willen wat een ander wil, en het opgeven van zichzelf : wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen, maar wie het zal willen verliezen, die zal het behouden ten eeuwigen dage. Dat de mens de geestelijke realiteit ziet en aanvaardt, moet in zijn handelen uitkomen — zoals dit bij de stoffelijke realiteit het geval is. Woorden alleen zijn niet slechts van geen nut, maar kunnen schadelijk zijn. Slechts aan de vruchten kent men de boom. Een blinde kan uit het gedrag en de zekerheid van anderen de rijkdom van het zien ervaren. Maar als zijn leidslieden met woorden beweren te zien, maar evengoed in de gracht vallen als hij zelf, zal hij naar zien niet begerig zijn. Hun woorden zullen hem afhouden van het zoeken naar beterschap. Alleen door ons leven kunnen we anderen begerig maken tot zien. Martelaren zijn niet voor niets het zaad der kerk. Hiermee hangt samen dat geloof niet is een mystieke band, uitsluitend merkbaar voor de gelovige en God, of zoals een Amerikaanse krant het spottend uitdrukte : „A two way radiochat with God". Geloof uit zich niet in wat de positivisten zouden noemen ,,unverbindbare Begriffe", maar in zeer concrete en algemeen menselijke termen : ,,Indien iemand zegt: ik heb God lief, doch zijn broeder haat, dan is hij een leugenaar, want wie zijnen broeder, dien hij gezien heeft, niet liefheeft, kan ook God, dien hij niet gezien heeft, niet liefhebben". (1 Joh. 4 : 20). Slechts in ons liefhebben kunnen wij iets voor de waarheid doen. Hieruit volgen enkele conclusies. De eerste betreft de verhouding van geloof en wetenschap. Beide berusten op ervaring van de realiteit en kunnen daarom in principe nooit in botsing komen. W è l kunnen schijnconflicten optreden, zoals overigens ook binnen het gebied der wetenschap mogelijk is. Daar voeren zulke conflicten echter nooit tot loochening van ervaringsfeiten, maar uitsluitend tot dieper inzicht. Verdiept inzicht is ook steeds ontstaan uit de schijnbare conflicten tussen geloof en wetenschap, zoals Whitehead laat zien in zijn boekje : Science and the Modern World, hfdst. Science and Religion. De tweede betreft het gezag der Schrift, Dit gezag is even volstrekt als dat van de stoffelijke realiteit, d.w.z. aanvaarding is een kwestie van leven en dood. Maar het gezag kan, evenzeer als dit met de stoffelijke realiteit het geval is, slechts aanvaard worden in het zien van deze realiteit. Het woord gezag wordt hier dus in een andere betekenis gebruikt dan wanneer men aanvaarding van het gezag primair stelt, zoals een klein kind het gezag van zi)n ouders dient te aanvaarden. Wanneer men de Schrift in deze zin gezag toekent, blijft de vraag, waarom we de Bijbel en niet de Koran aanvaarden. Verder zal uit de aard der zaak onzekerheid optreden, waardoor dan de enige (schijn) remedie is de onfeilbaarheid, de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen