GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 112

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

106 doende verkrijgt het inplaats van een onherbergzaam moeras een bodem, die als grondslag voor de agrarische productie kan dienen. In een hierop volgend hoofdstuk toetst Keuning dit in een beschrijving van het welvaartsstreven van de eerste bewoners. Dit eerste deel is wel het meest geslaagd. In het volgend hoofdstuk wordt de bevolking in zijn verscheidenheid behandeld. Daarna volgt als sluitstuk de bespreking van het productieproces, dat het Nederlandse volk zich in zijn woongebied koos. Eerst beschouwt de schr. de primaire productie, de landbouw. Als uitgangspunt neemt hij de negen natuurlijke landschappen, waarin hij ons land indeelt. Door deze methode gaat echter de grote lijn enigszins verloren en werkt het bestuderen van dit deel vermoeiend op den lezer. Tot de primaire productie rekent Keuning niet de mijnbouw, die hij bij de secondaire productie groepeert, hoewel toch deze evenals de landbouw en de visserij als basis dient voor een verdere verwerking van grondstoffen. Bij de daarna volgende beschouwing van de industrie wijst Keuning er terecht op, dat deze hoe langer hoe minder in de mogelijkheden van het woongebied gefundeerd is en steeds meer bepaald wordt door het geestelijk niveau van het Nederlandse volk. Daarom had hij dan ook de persoon van den ondernemer meer tot zijn recht moeten laten komen. Het laatste hoofdstuk is gewijd aan handel en verkeer, gevolgd door een samenvattende slotbeschouwing. Keuning schreef zijn werk met grote nauwgezetheid. Slechts enkele onnauwkeurigheden vallen op. Zo is het niet juist, dat het laagveengebied tot 1300 onbewoond was; blz. 171. Het laagveengebied van het Noordwesten van Utrecht was reeds drie eeuwen daarvoor geoccupeerd. De gegevens omtrent het grasland op blz. 370 gelden niet voor de 19de doch voor de 20ste eeuw. De Domaniale mijn in geen Duitse onderneming, zoals op blz. 421 gesuggereerd wordt; het is onze enige particuliere mijn, die zuiver Nederlands is. Het is jammer, dat de schrijver, die een prachtige collectie fotografische afbeeldingen geeft, vrijwel geen grafische voorstellingen gebruikt heeft. Vele statistieken zouden daardoor meer sprekend geworden zijn. Voorts is het ontbreken van een register bij een omvangrijk werk als dit, dat toch ook als naslagwerk zijn verdienste heeft, een gemis. W i e zich echter verdiepen wil in het welvaartsstreven van het Nederlandse volk in zijn woongebied, heeft in deze studie een rijke bron. DeB.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 158 Pagina's

1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 112

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 158 Pagina's