1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 142

13Ó IS door te voeren, omdat het verantwoordelijkheidsbesef daarvoor bi) velen niet voldoende ontwikkeld is, waardoor het draagvlak te klein wordt voor een uitgebreide medische en pharmaceutische verzorging Men moet alle risico's opvangen, niet alleen de kwade maar ook de goede; pas dan zal het mogelijk zijn de volksgezondheid naar behoren te behartigen. Tegen het principe der verplichte verzekering zijn evenwel meerdere bedenkingen op te werpen. Als eerste argument kan dan genoemd worden, dat dwang niet overeenkomt met de eigen volksaard. Ons volk is een vrijheidslievend volk, onze vaderen hebben er vroeger voor gestreden en wij zelf in de afgelopen oorlogsjaren niet minder. Tot wettelijke dwang is men alleen dan gerechtigd over te gaan, wanneer het niet anders kan en de samenleving zonder dwang inderdaad in gevaar gebracht zou worden of althans ernstige schade zou lijden. In de tweede plaats tast de verplichte verzekering de autonomie der individuen aan. Het gezinshoofd moet het recht behouden zijn verdiensten naar eigen inzicht ten behoeve van zijn gezin te besteden. Zoals hij moreel verplicht is te zorgen voor de voeding en kleding van zijn gezin, zo is hij ook zedelijk verplicht te zorgen voor de geneeskundige verzorging van de zijnen Maar het gaat te ver, mdien de Staat dit verplichtend gaat stellen. Geen overheid op de stoel van het gezmshroofd' Men verlieze toch niet uit het oog de grote en eigensoortige betekenis, welke het gezin heeft voor de menselijke samenleving. Het vormt niet alleen het fundament van de maatschappij, de basis van de gemeenschap, waarin alle gaven en krachten, die aan de mensen geschonken zijn, zich met elkander in verbinding stellen en tot productieve samenwerking komen, maar in en door het gezin bestaat de mensheid ook voort. Het gezin is zowel de onderbouw en voedingsbodem als de kweekplaats, de vormschool en de groeikern van het gehele volle mensenleven. Vader, moeder en kinderen vormen een eenheid, die als zodanig bestand en bestaansrecht heeft en het gezinsleven gehoorzaamt aan een eigen wet, met door de Overheid, maar door God over het gezinsleven gesteld i5) Hiermede is niet gezegd, dat de Overheid niets met het gezm te maken heeft of dat de houding van de Staat voor het gezm van geen betekenis is. Integendeel, de Staat kan door wetgeving en bestuur op allerlei wijze op het gezin inwerken, het eerbiedigen, het bevestigen, het beschermen tegen gevaren, het ruimte geven voor de vervulling van zijn roeping en dergelijke meer Maar de Overheid heeft met de plicht of het recht, zonder dwingende noodzaak althans, zich rechtstreeks met dit terrein te bemoeien, tenzij het gezinshoofd of de leden van het gezm hun plichten op grove wijze verwaarlozen Tegen elke vorm van Staatsabsolutisme, welke met zich meebrengt miskenning van ouderplichten en ouderrechten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen