GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 82

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

76 iorg, die eerst na den oorlog tot stand is gekomen. Deze was noodig om onderlinge tegenwerking en concurrentie tegen te gaan. De gedachte van een studiecommissie om de zaken nader te bezien, juicht hij toe. Dr Drooglever Fortuijn. oud secretaris-penningmeester der Maatschappij, als gast aanwezig, verkrijgt hierna het woord voor het maken van enkele opmerkingen. Het vraagstuk is zeer belangrijk. Voor zoover hem bekend, is de brochure van Dr Lindeboom de eerste, die hierop de aandacht vestigt. Als men vraagt, v/aarorn het niet mogelijk zou zijn de artsen ambtenaar van den staat te maken, terwijl dit b.v. bij de posterijen wel kan, dan antw^oordt hij, dat de arbeid van den arts geheel andersoortig is en zich met vergaande inmenging van den staat niet verdraagt. Er zit in het medisch beroep een zekere romantiek, die soms zwaar weegt en de geheele persoonlijkheid van den arts opeischt. Als regeeringsorganen of ziekenfondsorganisaties hierin hun invloed willen doen gelden, kan dit niet anders dan storend werken. De inmenging van den staat in het vrije beroep van den arts is reeds eenigen tijd aan de orde. Reeds in 1923 is een rapport uitgebracht, waarin de suggestie, dat er zou komen een staatssubsidie. In 1943'—1945 is een ander rapport verschenen (Snellen^—^v. d. Man dele), waarin werd gepleit voor de instelling van een leidinggevenden ziekenfondsraad. Hoewel de artsen slechts zwak vertegenwoordigd zouden zijn, werd aan dezen raad vergaande bevoegdheid verleend (b.v. de beslissing over de welstandsgrens). In 1946 wordt in het rapport-Heerlen gepleit voor de instelling van een toporganisatie, die beslissen zou o.a. over het honorarium. Deze commissie zou voor de helft zijn samengesteld uit verzekerden. De medici moeten stelling nemen tegen deze dingen. Wanneer men ziet naar het buitenland in die landen, waar vergaande overheidsbemoeiing bestaat, kan hieruit voldoende leering worden getrokken. Spr. licht dit toe voor Frankrijk en Noorwegen. De wensch wordt geuit, dat in den kring der medici de overtuiging zich baan mag breken, dat men tegen verdergaande overheidsbemoeiing zich moet verzetten. Er moet zijn een decentrahsatie, waarin de noodzakelijke differentieering tot uiting komt. Dit geldt ook voor de Ned. Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunde. Dr Lindeboom dankt den spreker voor zijn breede toelichting. De Voorzitter merkt op, dat de principieele fundeering, met name ten opzichte van het rechtsbeginsel, niet breed is besproken. Dit is toch uitermate belangrijk. Hij stelt daarom voor een commissie te benoemen, die de quaestie in studie neemt en op korten termijn met welomschreven voorstellen komt, In deze commissie zal een jurist moeten worden benoemd en een vertegenwoordiger der vakorganisatie. De nadere uitwerking wordt aan het Bestuur overgelaten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 158 Pagina's

1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 82

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 158 Pagina's