GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 93

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

SCHRIFTGEZAG EN REALITEITSPROBLEEM door Dr J. B. UBBINK.

Een van de stellingen, die ik aan mijn proefschrift toevoegde, luidde ongeveer als volgt: ,,Het probleem van het gezag der Schrift en dat van een stoffelijke wereld buiten ons, moeten in hun kennistheoretisch aspect als analoge problemen gezien worden". Deze bewering is formeel gesteld. Z e laat in het midden öf de Schrift gezag heeft en óf er een stoffelijke wereld buiten ons is. In deze voordracht dracht wil ik echter niet bij de formele structuur blijven stilstaan, maar onderzoeken op welke gronden we beide vragen bevestigend beantwoorden. En dit onderzoek zal mij voeren tot de stelling : dat ons oordeel, dat we in de inhoud der Schrift met een realiteit te doen hebben, op dezelfde gronden berust en even zeker is als ons oordeel, dat we met een stoffelijke realiteit buiten ons te doen hebben. Het realiteitsprobleem komt voort uit een kunstmatige scheiding van kennen in twee elementen, die ik zou willen noemen ,,weet hebben van" en ,,doorzien". Het weet hebben van uit zich in de constatering van verschijnselen, voorstellingen, terwijl in het doorzicht de verschijnselen in hun innerlijke structuur of in hun samenhang met elkaar doorzien worden. Dit doorzicht heeft dus te maken met oorzaak en gevolg, met orde, met wetten enz., en het verkrijgen van dit doorzicht is de taak der wetenschap. Het realiteitsprobleem ontstaat nu als het weet hebben van op zichzelf gesteld wordt, waardoor de vraag rijst of de verschijnselen en voorstellingen zich alleen in het subject afspelen dan wel dit subject met een van dit subject onafhankelijk object verbinden. De vraag is dus of kennen een transcendente handeling is, of we in het kennen de grenzen van het bewustzijn overschrijden, dan wel of kennen op een lijn staat met hallucineren en phantaseren. Dat we ,,weet hebben van", m.a.w. dat in het bewustzijn voorstellingen optreden, is duidelijk. Toch houdt dit simpele feit, gecombineerd met het verwerken van deze voorstellingen, het denken, eventueel het phantaseren, al in de onderscheiding van deze stof van het ik. W a a r ik zeker van ben, zegt Descartes, is, dat ik denk — en dus ben ik. Het feit echter, dat we vaak met eigen producten te doen heb-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 158 Pagina's

1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 93

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 158 Pagina's