1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 71

65 volksgezondheidszorg moet worden toegegeven vanwege : a. den onoverzichtelijken toestand van het ongecoördineerd werkende particuliere initiatief; b. de invoering van het ziekenfondsbesluit (1941), waardoor het geheele ziekenfondswezen onder toezicht, eigenlijk onder beheer van den Staat kwam, welke maatregel niet eenvoudigweg ongedaan gemaakt kan worden, zonder verwarring en onzekerheid te scheppen. Het uitgangspunt onzer beschouwingen moet echter niet gelegen zijn in den Staat, die primair verantwoordelijk zou zijn voor de sociale zekerheid van alle burgers, maar in de persoonlijke verantwoordelijkheid. De plicht, om nood te voorkomen en ziekte te vermijden of te trachten te genezen, rust allereerst op den persoon zelf, dan op het gezin, waarin hij leeft, en de natuurlijke gemeenschappen, waarin hij staat : familie, buren, kerkelijke gemeente. Bij ziekte draagt hij eigener beweging een deel der verantwoordelijkheid over aan den zelf .gekozen arts. Het is daarom, dat de persoon of het gezin, om vrij te blijven, ook zelf, zooveel mogelijk, het [inancieele risico moet dragen, — zoo noodig via een verzekering, die hem vrij laat, zooals de middenstandsverzekeringen. Ten opzichte van den huidigen toestand kan men dan ook de volgende desiderata opstellen : 1. De verplichte ziekenfondsverzekering moet i^ervallen. Zij maakt ten eerste een inbreuk op de persoonlijke vrijheid: velen willen haar niet, hebben haar niet noodig, maken er geen gebruik van, doch moeten er in. (Men denke aan meisjes uit de betere standen, die nog in gezinsverband leven en toch particulier hun ouden, vertrouwden gezins-arts blijven raadplegen). Zij is vervolgens duur. Voor een inkomen van ƒ 3 0 0 0 . ^ moet ƒ 120.— per jaar betaald worden, wat een vrije verzekering veel goedkooper doet. Zij beperkt somtijds de vrije artsenkeuze (de dokter van eigen keuze kan een ,.vol" fonds hebben). Zij is onbillijk tegenover de artsen. Personen met inkomen uit vermogen of anderszins (provisie), die een kleine nevenbetrekking hebben, moeten in het fonds. Om bij opheffing der verplichting de medische verzorging van de groote massa der arbeiders, die zorgeloos zou kunnen zijn, toch te verzekeren, zou men voor hen de toetreding tot een fonds kunnen aanmoedigen, door den werkgever, voor die werknemers, die in een fonds willen, te verplichten een deel der premie te betalen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen