1948 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 125

117 lijke gehoorzaamheid, een rudiment van het Christendom, wordt als een dode huid afgesloten; het alarmsignaal van het geweten is vastgeroest; het oppervlakkig geloof in normen is verworden tot nihilisme. Dan moreel: In enkele tientallen jaren is de gehoorzaamheid in het werelds gezin«;leven opgeheven en in het Christelijk gezin ernstig bedreigd. Ook hier ongehoorzaamheid als een vanzelfsprekendheid door het welvallen van normen: verval. Dan staatkundig: de staat als totalisator van geheel het leven; de dwangstaat; het verval der democratie. Vervolgens de filosofie: W i e een spiegel wil hebben voor de crisis van onze cultuur, voor het vervalproces, kan daarvoor de wijsbegeerte nemen. Omstreeks de eeuwwisseling heeft een radicale ompoling van de wijsbegeerte plaats gegrepen en wel die van rationalisme naar irrationalisme. Het zou thans te ver voeren hierbij uitvoerig stil te staan. Daarom slechts een enkele opmerking. Het rationalisme erkende de wet en de norm en meende deze te vatten in het denken en in de wetenschap. De theoretische waarheid was "daar de waarheid. Het irrationalisme heeft hiermede afgerekend; het heeft eerst de waarheid in de wetenschap gedevalueerd met het criterium van het practisch nut; het heeft vervolgens de norm tot een mythe gemaakt en het moest tenslotte consequent doorstoten naar het nihilisme, naar een werkelijkheid zonder waarheid en zonder norm. Ons vraagstuk is: W a t was de bijdrage van de moderne techniek in de crisis van onze cultuur? W a t is het cultimrperspectief, in het bijzonder i.v.m. de techniek? Welke zijn de cultuur garanties, waarvoor de Christen, wederom in het bijzonder i.v.m, de techniek, op de bres moet staan? Of korter samengevat: De historie, de toekomst en onze houding nu. De behandeling hiervan heeft twee vooronderstelden, die niet onvermeld mogen blijven. De eerste is, dat niet slechts de derde vraag, onze houding nu, een christelijk, een schirftuurlijk antwoord vraagt, maar dat ook de beide andere vragen slechts vanuit een levensbeschouwing beantwoord kunnen worden. Ik kan mij nooit onttrekken aan het feit, dat ik een Christen ben, niet in het denken over de toekomst der cultuur, noch in het verstaan van het verleden der cultuur. De tweede vooronderstelhng is van een ander en minder fundamenteel karakter. Indien men in de drie vragen de techniek wil onderscheiden van de cultuur, dan moet de zin van de moderne techniek begrepen worden-, voordat men aan de beantwoording van onze problemen begint. Het zou dus wenselijk zijn vooraf een uitvoerige toehchting te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen