GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1950 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 110

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

94

BOEKBESPREKING

Dr A. Gans .Inleiding tot de Pathologie. 115 bladzijden. Leiden, Stenfert Kroese, 1949. Prijs ingen. ƒ 5.90, geb. ƒ 5.75. De medische wetenschap is slordig in haar denken, in haar bewijsvoeringen en begripsomschrijvingen. Het grondeuvel ligt wellicht in het te weinig handhaven van scherp omschreven definities. In hoeveel betekenissen wordt bij voorbeeld de term normaal gebruikt ? Men wordt zich dit weer fel bewust bij het lezen van dit geschrift van den bekenden Leidsen zenuwarts, die jarenlang aan het universitaire onderricht deelnam. Definities zijn voor hem, terecht, grondslagen der wetenschap, en zowel de student als de practicus doet goed, zich daarop te bezinnen. De waarde van dit boek ligt in de drang tot zulk een bezinning ; Gans zal zich bij het schrijven niet voorgesteld hebben, dat zijn nieuwe begrippen, of liever nieuwe termen nu dadelijk ingang zullen vinden. Maar hij maant tot strenge omschrijvingen en het handhaven daarvan. De niet gemakkelijke leesbaarheid wordt enigszins verlicht door tussen het betoog gestrooide rake opmerkingen, die als aphorismen kunnen gelden (bij voorbeeld : „Een vage klacht is een ongeduldig aangehoorde, slecht geanalyseerde"). Dat een inleiding tot de pathologie ook ene tot de psychopathologie moet zijn, is door Gans terecht gevoeld, en het is van principiële betekenis, dat hij deze dan ook in dit kader tracht te geven. Een eindoordeel over dit product van ernstige denkarbeid durf ik niet te geven. In elk geval is het een grote verdienste, dat het tot nadenken, soms ook tot tegenspraak prikkelt ! Het strikt analytische boek moge werken als een ferment. Overigens zou men zich ook een van een geheel ander standpunt uitgaande inleiding tot de pathologie kurmen denken, namelijk een anthropologisch georiënteerde. Dr E. D. Baumann. Frangois de Ie Boe Sylvius, 242 bl. 2, Leiden, Brill, 1949. Prijs gebonden ƒ 9.—. Sylvius (1614—1672) behoort tot de zeer bekende figuren, die de Leidse Universiteit op medisch gebied gekend heeft. Nochtans ontbrak in de vaderlandse geschiedenis een samenvattend beeld van zijn leven en werken, zijn invloed en betekenis. Op een prijsvraag, in 1935 door het Genootschap voor de geschiedenis der geneeskunde uitgeschreven voor een biobibliographie van Sylvius, kwam geen antwoord binnen, al bleek later, dat wijlen Napjus er mede bezig geweest was, en zijn de vruchten van die studie nu ten goede gekomen aan het werk van Baumann, dat dus zeker een leemte opvult. Baumann, gezaghebbend medico-historicus van grote reputatie, behandelt in dit werk den vermaarden iatro-chemist op de hem eigen wijze, in zijn markanten stijl, zich telkens een uitweiding veroorlovend, en ons daarin veel verhalend over personen en toestanden, waarmede Sylvius in aanraking is gekomen. Zo wordt hij geplaatst in het kader van zijn tijd en in de wetenschappelijke beweging zijner dagen. Geboren in Duitsland uit ouders, afkomstig uit Frans Vlaanderen, kwam Sylvius naar Leiden om medicijnen te studeren. Hij gaf daar als een soort privaat docent lessen in de ontleedkunde tot hij zich in 1641 te Amsterdam vestigde, om in 1658 als hoogleraar naar Leiden terug te keren, om daar gedurende 14 jaar met grote toeloop van studenten als gevierd man van wetenschap de clinische geneeskunde te doceren aan het ziekbed, zoals in 1637 door Heurnius in ons land was ingevoerd. Sylvius' verdiensten lagen, zo leert ons Baumann, op anatomisch, pathologisch-anatomisch en clinisch gebied; hij was als practicus gelukkig, hervormde het m e disch onderricht, en zijn iatrochemische leer was een schakel in de ontwikkeling van het geneeskundig denken. Het behoeft geen betoog, dat Baumann's boek, voorzien ook van een bibliographic van Sylvius, een zeer grote aanwinst is in de medische geschiedschrijving van ons land. G. A. Lindeboom.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 228 Pagina's

1950 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 110

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 228 Pagina's