GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1950 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 9

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

OVER ADAPTATIE. VARIATIE, MUTATIE EN SELECTIE IN VERBAND MET HET VRAAGSTUK VAN DE CHEMORESISTENTIE*) door Dr A. T H . KNOPPERS. Inleiding. Het vraagstuk van de chemoresistentie heeft verschillende aspec' ten. Onder chemoresistentie wordt het verschijnsel verstaan dat bepaalde organismen — meestal eencellige micro-organismen •— na een herhaalde behandeling met subletale concentraties van een chemotherapeuticum ongevoelig of sterk verminderd gevoelig worden tegenover deze stof, die oorspronkelijk dodelijk was. Een voorbeeld moge dit begrip eens voor al verduidelijken: men kent microorganismen, waarvoor een bepaalde concentratie penicilline dodelijk is, die na herhaalde blootstelling aan een subletale concentratie 15.000 maal minder gevoelig worden. Dit verschijnsel heeft grote betekenis gekregen in de chemotherapie, een der machtigste wapens der moderne geneeskunde. Dit is dus een klinisch aspect (1). Onmiddellijk rijst nu de vraag: waarin verschilt een dergelijke resistente populatie van micro-organismen van de normaal gevoelige stam? De vraag is inderdaad belangrijk omdat wij, indien wij dit verschil — biochemisch van aard — zouden kennen, een inzicht zouden krijgen in het werkingsmechanisme van het chemotherapeuticum. Wij hebben hier met een pharmacologisch-biochemisch aspect te doen (2). Vervolgens komt het probleem naar voren, hoe dergelijke resistente stammen ontstaan? Het gaat hierbij om de interactie van een groep organismen met zijn omgeving, die resulteert in een bepaalde vorm van adaptatie. Onmiddellijk zij hier vastgelegd, dat aan het begrip adaptatie geen andere inhoud gegeven wordt dan een omschrijving van het uiteindelijke resultaat. Of het de oorzaak, een effect, een toevalligheid of een doel is, laten wij bij dit begrip onbepaald. Zoals ik zal trachten aan te tonen, hebben wij hier met een biologisch experimenteel model te doen, dat gelijkt op een belangrijk onderdeel in het mechanisme van de ontwikkeling der soorten m de vorm van de descendentie. Immers daarin vormt het probleem van de interactie van organisme en omgeving .— meestal in de zin van een adaptatie (zoals juist omschreven) een beslissend *) Bewerking van een voordracht gehouden voor de Ned. Ver. van Chr. Natuur- en Geneeskundigen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 228 Pagina's

1950 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 9

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 228 Pagina's