1950 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 92
76
Dr H. P. WOLVEKAMP
zal ik hem bezwaarlijk langs natuurwetenschappelijke weg van zijn ongelijk kunen overtuigen. Het ,,mir geht nichts über mich" van S t i r n e r kan in zijn uiterste consequenties tot volledige miskenning van de belangen van het mensdom voeren en de natuurwetenschap kan slechts constateren wat hiervan de gevolgen zullen zijn ; ze kan niet een veroordelend vonnis uitspreken over de perfecte egoïst. Sterker nog, zelfs over de ,.wenselijkheid" van het voortbestaan van de soort, ja van het eigen ik kan ze geen oordeel uitspreken, de levensmoede scepticus met zelfmoordneiging kan ze niet door overtuigende argumenten van zijn onjuiste levenshouding overtuigen. Voor de afgeleide ethische principes geldt hetzelfde. W a t er gebeuren zal bij bepaalde chirurgo- of hormoon-therapeutische maatregelen kan ze wellicht voorspellen, niet echter of dit ingrijpen in de hersenfuncties van de medemens ethisch geoorloofd is. De ethische vraag is „wat tracht ik door mijn therapeutisch ingrijpen te bereiken en mag ik dit trachten te bereiken". De keuze van het middel is er een van efficiency. Voor zover er een voorkeur bestaat voor psychotherapie en paedagogie als in principe „minder gevaarlijk" dan een ,,materieel" ingrijpen berust ze op een miskenning van de werkelijkheid. W a n neer de opvoeder of psychotherapeut zijn patiënt door woord en gebaar beïnvloedt, doet hij dat, natuurwetenschappelijk gesproken, ook weer via materieële processen: netvlies en gehoororgaan worden resp. door licht- en door geluidsgolven geprikkeld. Het feit dat hij — weer natuurwetenschappelijk gesproken — niet weet wat hij eigenlijk doet, maakt de zaak volstrekt niet beter, zijn verantwoordelijkheid niet minder groot. W a t is toch de oorzaak van het verschijnsel dat men zoveel bevreesder is voor de fatale gevolgen van een hersenoperatie dan voor die van een met een patiënt of met een ,,gezond" mens gevoerd, paedagogisch bedoeld, gesprek? In hoofdzaak wel, dat een mislukking in het eerste geval aanwijsbaar het gevolg is van onze bemoeienissen. In het tweede kan men vaak niet nagaan of de slechte keer die optrad in de psychische toestand van een patiënt, of in de ontwikkeling in het karakter van onze kinderen, leerlingen of raadzoekende evennaaste op beslissende wijze door onze woorden werd bevorderd. Onze onwetendheid verschaft ons dan dikwijls een ongemotiveerd gevoel van gewetensrust. Besluit. De voorkeur in dit referaat aan de dag gelegd voor een strenge
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 228 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 228 Pagina's