GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 138

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

122

Dr W. J. A. SCHOUTEN

lescoop juist nog zichtbaar zijn, is deze snelheid aangegroeid tot 90.000 km/sec. Het is de ruimte zelf die uitzet. De ,,roodverschuiving" die we bij de spectra van de spiraalnevels waarnemen, betekent eigenlijk, dat de afstand die een lichtsignaal, van de nevel komende, moet afleggen, wordt uitgerekt gedurende de tijd dat dit signaal naar ons onderweg is. Indien dit vaststaat, is het niet moeilijk uit te rekenen op welke afstand zich een sterrenstelsel moet bevinden, opdat de verwijderingssnelheid gelijk zal zijn aan de lichtsnelheid. Deze kritieke afstand blijkt 2 milliard lichtjaar te zijn. Als een spiraalnevel zich op een afstand groter dan 2 milliard lichtjaar bevindt, zullen we daarvan nooit een lichtstraal opvangen. Een lichtsignaal, dat zulk een sterrenstelsel uitzendt, zal de hindernis die het uitrek-effect aan zijn beweging in de weg legt, niet kunnen overwinnen. Het deel van het heelal binnen een bol met een straal van 2 milliard lichtjaar van het zonnestelsel noemen we „het waarneembare heelal". Men lette er op, dat met deze term het gedeelte van de ruimte dat we theoretisch kunnen zien, bedoeld wordt. Het betekent niet, dat we deze ruimte nu al kunnen doorvorsen. Maar het is wel van belang op te merken, dat wij in werkelijkheid thans met onze waarnemingen niet zo heel ver van deze grens verwijderd zijn. Met de grootste telescoop waarover we thans beschikken, kunnen we spiraalnevels zien op een afstand van 1 milliard lichtjaar. Het verschil tussen het waargenomen en het waarneembare heelal is dus niet zo heel groot meer. De vraag hoe deze uitdijing van het heelal verklaard moet worden en waar de benodigde energie vandaan komt, heeft de laatste 25 jaar heel wat pennen in beweging gebracht. Verscheidene theorieën zijn gelanceerd, maar geen enkele was tot dusver in staat op den duur van alle waarnemingen een afdoende verklaring te geven. De theorie van Hoyle leidt tot een geheel nieuwe opvatting. Hij betoogt, dat men alleen dan alle observaties recht kan doen wedervaren, als men aanneemt, dat er voortdurend materie wordt geschapen. Deze creatie heeft een uitbreiding van de materie ten gevolge die de uitzetting van het heelal veroorzaakt. Hoyle heeft ook berekend hoeveel materie er regelmatig moet worden geschapen om de waargenomen uitzetting te verklaren. Volgens hem wordt er in een volume zo groot als dat van de St. Paul's Cathedral te Londen één atoom per jaar geschapen. De vraag

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 138

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's