GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 64

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

56

J. VERSEVELDT

canyon, die 11 km lang is. Waar de rivier de kloof verlaat, begint het derde deel. Nu gaat het bij de ouderdomsbepalingen over dat tweede deel, de kloof. Hoe is hij ontstaan en hoe oud is hij? Overzien we het hele landschap tussen de beide meren, dan blijkt het, dat we twee vlakten kunnen onderscheiden, die gescheiden zijn door een steile rand, in de geomorfologie een cuesta genoemd (Am. : escarpment). We zouden beide vlakten kunnen vergelijken met een stoep en de lager gelegen straat, de cuesta is dan de stoeprand. De hoger gelegen vlakte draagt het Erie Meer, waaruit de Niagara stroomt, die aanvankelijk over de stoeprand vloeide en daar een waterval vormde. Nu bestaat deze vlakte uit een dikke laag harde kalksteen, de z.g. Niagara kalksteen (of Lockport kalksteen, ouderdom: siluur). Onder deze kalksteen liggen zachtere schalies (soort leisteen) en zandsteen. De harde bovenlaag laat zich door de Niagara niet uitslijpen, omdat het water geen slijpmateriaal bevat — het komt immers uit het Erie Meer, waarin alle event, puin bezonken is. Maar door de waterval worden de onderliggende zachtere lagen losgewerkt en weggevoerd, waardoor de erboven liggende harde kalksteen ondermijnd wordt en in grotere of kleinere brokstukken omlaag valt. Op deze wijze verplaatst de waterval zich dus achterwaarts, en dat doet hij nu nog. Vóór dat de waterval voor technische doeleinden werd gebruikt, was de verplaatsing ongeveer 1,15 m. per jaar (Boyd, 1928). Nemen we aan, dat de geologische gesteldheid langs het hele kloofgedeelte constant is, wat niet helemaal juist is, dan is de snelheid, waarmee de waterval zich verplaatst, alleen afhankelijk van de waterhoeveelheid. Zou ook deze constant zijn, dan zou een eenvoudige berekening (lengte der kloof gedeeld door de achteruitgang per jaar) ons het aantal jaren doen kennen vanaf het begin der insnijding tot de dag van heden. Maar zo eenvoudig staan de zaken niet! De geschiedenis van de kloof is ingewikkelder, de hoeveelheid water is telkens een andere geweest. Met voorbijgang van oudere opvattingen wil ik trachten een beeld te geven van de ontwikkeling van de canyon, zoals latere onderzoekers (Antevs, 1931) die zich voorstelden. De Niagara kloof kan verdeeld worden in 5 secties. Elke sectie werd gevormd in een bepaald ontwikkelingsstadium van de grote Amerikaanse meren. Heel in 't kort komt dit neer op het volgende : Op een gegeven ogenblik had het ijs van de laatste ijstijd zich zo

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 64

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's