1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 142

Dr W. J. A. SCHOUTEN

126

nestelsel bevindt zich in een uithoek van d e Melkweg en beschrijft evenals alle sterren van dit systeem een b a a n om het centrum. W e kennen 100 millioen sterrenstelsels. E e n planetenstelsel is wel een vrij zeldzaam verschijnsel, maar toch zouden er, volgens een statistische becijfering van Hoyle, alleen in het Melkwegstelsel een 10 millioen planetensystemen moeten voorkomen. D e afmetingen van de aarde zijn in vergelijking met die van het waarneembare heelal zo klein, d a t w e d e verhouding nauwelijks door een getal kunnen voorstellen. D e ouderdom van het menselijk geslacht is miniem klein in vergelijking m e t die van h e t heelal. Ondanks deze omstandigheden is het d e mens gelukt de struct u u r en d e eigenschappen van het heelal te doorvorsen. Dit moet ons stemmen tot grote bewondering voor de geest die God de mens gaf, en waardoor dit mogelijk was.

RONDBLIK. ONDERWIJS

IN DE

HOMOEOPATHIE.

De Vereniging van homoeopathische geneesheren in Nederland, in samenwerking met de Vereniging tot bevordering der homoeopathie in Nederland en de Raad van beheer van het Homoeopathisch Ziekenhuis, heeft besloten in September 1951 een Artsencursus voor Homoeopathie te openen. Als docenten voor Utrecht zijn aangewezen de artsen Dr Gerard Bakker en J. F. Steenmeijer. Bij verdere belangstelling wordt elders in het land een tweede Artsencursus geopend, waarvoor eveneens een tweetal homoeopathische geneesheren bereid is gevonden als docent op te treden. HET MEMORANDUM

VAN DE UTRECHTSE

KRING.

In het Mei-nummer van „Wending" wordt een merkwaardig document gepubliceerd. Het draagt het opschrift: „Memorandum in zake de crisis in wereld en kerk" en het is ondertekend door vijf bekende physici, allen verbonden aan het Natuurkundig Laboratorium te Eindhoven. Toch is dit stuk niet een persoonlijke publicatie van de heren Dr P. Clausing, Prof. Dr G. Holst, Dr M. C. Teves, Dr H. J. Vink en Dr J. Volger. Zij schreven het ten behoeve van de „Utrechtse kring", toen deze hun vroeg naar de kijk van wetenschappelijke onderzoekers op de verhouding van wereld en kerk. Hun antwoord is toen op een vergadering in Utrecht uitvoerig besproken en daarna heeft de kring besloten het opgestelde memorandum aan te bieden aan de Generale Synode van de Ned. Hervormde Kerk, om een kerkelijk antwoord daarop uit te lokken, en het tevens voor publicatie vrij te geven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen