GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 152

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

136

BOEKBESPREKING

Of men zich voor een dergelijk grillig en onbetrouwbaar instrument wetenschappelijk zal interesseren is een kwestie van persoonlijke smaak. De officiële wetenschappelijke belangstelling wordt echter gerechtvaardigd door het feit, dat onwaarschijnlijk hoge bedragen jaarlijks worden uitgegeven door mensen, die hetzij in vol vertrouwen, hetzij volgens het „je kunt nooit weten"-principe hun huizen door te goeder of te kwader trouw zijnde wichelroedelopers laten onderzoeken op z.g. „aardstralen" — die er dan altijd blijken te zijn — om vervolgens van deze zelfde wichelroedelopers geheimzinnige „aardstraalkastjes" te kopen, teneinde van jicht, of rheumatiek of slapeloosheid of kanker bevrijd of daarvoor gevrijwaard te worden. Onder zodanige omstandigheden zal een boek onder de titel „Wichelroede en Wetenschap" ongetwijfeld de aandacht trekken, vooral als de schrijver op het titelblad nog wordt gepresenteerd als „adviseur van de afdeling Natuurwetenschappen van UNESCO te Parijs van het midden Oosten; voorheen hoogleraar in de geologie aan de Fouad I Universiteit te Cairo (Egypte)". Zulk een aankondiging wekt toch de verwachting, dat men hier nu eindelijk eens een wetenschappelijk verantwoorde behandeling zal krijgen van het veelomstreden wichelroedeprobleem. Deze verwachting wordt helaas niet vervuld. Wel blijft de schrijver bij het zoeken naar een verklaring voor het verschijnsel binnen het kader der objectieve registreerbare natuurwetenschappelijke feiten, roept hij dus geen fictieve aardstralen te hulp en wijst hij de magie der aardstraalkastjes van de hand. Onbegrijpelijk voor een wetenschappelijk auteur is echter de volkomen onkritische wijze, waarop hij alle mogelijke physische, chemische en physiologische verschijnselen bijeengaart om ze naast of door elkaar, al naargelang het uitkomt, als oorzaak voor het wichelroede-effect aan te voeren. Het hoofdstuk, dat de wijdse titel draagt : „Theoretische voorspelling van de realiteit van het wichelroede-verschijnsel op grond van algemene natuurwetenschappelijke wetten" is niet anders dan een opsomming van bekende geophysische, atmosferische en klimatologische verschijnselen, waarvan wij inderdaad weten of op goede gronden vermoeden kunnen, dat zij enige invloed kunnen hebben op levende wezens, zij het dan ook dat deze invloed in verreweg de meeste gevallen op normale personen uiterst zwak is. Van geen dezer verschijnselen is echter op objectieve wijze enig verband met het wichelroedeverschijnsel aangetoond. Ook de eigen experimenten van de auteur ten aanzien van magnetische velden zijn in hoge mate aanvechtbaar en de interpretatie daarvan vol physische tegenstrijdigheden. Wanneer dan vervolgens, al naar het uitkomt, het slagen of niet-slagen van wichelroedeproeven op de veelheid der mogelijke oorzaken wordt herleid, dan ontstaat een geheel, dat bij het publiek wel de schijn kan wekken van een wetenschappelijke verhandeling, maar dat in werkelijkheid aan de normen voor zulk een verhandeling niet voldoet. Dit is te meer te betreuren omdat, voorzover in het verwarde geheel enige lijn te cntdekken is, deze toch wel uit een gezond uitgangspunt schijnt voort te komen. In eik geval zijn een aantal gedeelten van het boek niet in strijd met de gedachte, dat de beweging van de wichelroede wordt veroorzaakt door de wichelroedeloper zelf, zij het onbewust, door middel van spierreflexen, samenhangend met variaties in zijn emotionele spanningstoestand, waarbij deze variaties zowel door auto-suggestie als door uitwendige suggestie kunnen ontstaan en eventueel bij deze sensibele personen, ook gevolg kunnen zijn van subtiele veranderingen van zeer uiteenlopend karakter in de omgeving. Ware deze gedachte vooropgesteld en vastgehouden, dan zou veel van het bijeengebrachte feitenmateriaal, mits methodisch geordend en kritisch besproken, hebben kunnen dienen als illustratie voor de mogelykheid dat het zoeken naar de oplossing van het wichelroedeprobleem in deze richting tot een oplossing zou kunnen leiden. G. J. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 152

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's