1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 60

J. R. VAN DE FLIERT

52

in de buurt dat intrusiefgesteente aan de oppervlakte. Ook op andere wijze kan men soms deze bovenste grens vinden, wanneer bijvoorbeeld het gebergte voor een belangrijk deel is afgebroken, de intrusie met zijn gangen gedeeltelijk is blootgelegd, het geheel weer onder de zeespiegel verdwijnt, waarna opnieuw sedimenten worden afgezet. Dit nieuwe sedimentpakket zal dus discordant op de geplooide ondergrond komen te liggen. Voorzover deze sedimenten het intrusiefgesteente bedekken, zullen ze nooit ter plaatse contactmetamorph veranderd kunnen zijn. De intrusie is dus nu ouder dan de afzetting van deze laatste gesteenten. Voorzover de intrusie synchroon is met de plooiïng van het onderliggende sedimentpakket, is deze ouder dan de oudste lagen van het, met deze plooiïng niet meegeplooide, er boven liggende pakket. Het is dus in het algemeen zeer onwaarschijnlijk, dat de relatieve ouderdom van een intrusie precies kan worden bepaald. Maar wèl kunnen een zekere maximum en minimum waarde worden vastgesteld. De orde van grootte van de absolute ouderdom van de fossielhoudende formaties is daarom bekend, voorzover men de radioactieve methode betrouwbaar mag achten. De meest betrouwbare data, die op deze wijze zijn vastgesteld, zijn volgens C. Schuchert en C. O. Dunbar (Outlines of Historical Geology, 4th Ed. 1947, pag. 23), weergegeven in de volgende tabel: Geolog-ic age Late Cretaceous or Early Caenozoic Early Permian Late Cambrian Late Pre-Cambrian Mid-Pre-Cambrian Early Pre-Cambrian Early Pre-Cambrian

Age in Years

Locality

60.000.000 Gilpin County, Color. U.S.A. 230.000.000 Oslo, Norway. Joachimstal, Bohemia. 400.000.000 Güllhögen, Sweden. 620.000.000 Katanga, Belgian Congo. 1.420.000.000 Keystone, South Dakota. 1.800.000.000 Carelia, Russia. 2.300.000.000 Winnipeg River, Manitoba.

Conclusie. De Palaeontologie alleen kan geen exacte gegevens verschaffen omtrent de absolute ouderdom van de fossielhoudende formaties, laat staan van de aarde zelf. Over grotere tijdsruimten genomen ontbreken haar daartoe meetbare grootheden, terwijl er duidelijke aanwijzingen zijn, dat de veranderingssnelheden niet constant zijn geweest, nog afgezien van het feit, dat men deze niet in een absolute tijdseenheid kan uitdrukken. De Palaeontoloog hoopt thans omgekeerd van den physicus meer gegevens te verkrijgen om met behulp daarvan zich inzicht te verschaffen in de snelheid waarmee het leven in planten- en dierenrijk zich in de geschiedenis van de aardkorst heeft ontplooid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen