GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 74

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

é6

J. VERSEVELDT

jaar. Dit getal is hopeloos fout. De kritiek, op deze en soortgelijke berekeningen van geologische zijde uitgebracht, kan in de volgende punten worden samengevat. 1. De premisse, dat de oceanen oorspronkelijk geen zout bevatten, is onbewijsbaar. 2. Er is te weinig rekening gehouden met het verschil in transporterend vermogen van de rivieren bij verschillende waterstanden. 3. Het huidige relief van de aardoppervlakte is, vergeleken met vroegere tijden, uitgesproken abnormaal. De hoge bergketens in Europa, Aziè en Amerika zijn in het Tertiair ontstaan, hun opheffing had voornamelijk plaats aan het eind van het Tertiair, dus kort geleden, de continenten hebben dan ook een groter oppervlakte en liggen hoger boven het zeeniveau dan vroeger het geval was. Volgens vele geologen waren er lange perioden, gedurende welke de aardoppervlakte slechts middelgebergten en laagvlakten te zien gaf. Dit brengt mee: a. dat de dunuderende krachten thans intensiever werken dan gedurende de zeer lange perioden der geologische geschiedenis, en b. dat het transporterend vermogen der rivieren nu abnormaal hoog is, terwijl ook de grondwater-circulatie nu veel sterker is. Er wordt dus tegenwoordig veel meer zout naar zee gevoerd dan vroeger. 4. De grootte van het totale landoppervlak is in vroeger tijden aan talrijke veranderingen onderhevig geweest. 5. Het huidige klimaat op aarde is niet „normaal", het is ongunstiger, kouder, dan gedurende lange perioden vóór de ijstijd. Gevolg : een „ongewoon" transport van zout. 6. Ook de zee zelf erodeert, en vermeerdert zo zijn eigen zoutgehalte. 7. De tegenwoordige tijd is ook abnormaal te noemen door de aanwezigheid van de mens, en de invloed op het zoutgehalte der rivieren is hierdoor niet gering: afvalwater van riolen, afvalwater van (vooral chemische) fabrieken, intensieve bodembewerking en verregaande deboisatie. 8. Men heeft nagegaan, hoeveel Na in kristallijne en sedimentgesteenten zit, en men heeft berekend hoe groot het Na-gehalte in de rivieren zou moeten zijn. Het bleek nu, dat dit laatste Na-gehalte in werkelijkheid groter was dan het berekende. Men heeft zich het hoofd er over gebroken, hoe het mogelijk was, dat de gesteenten méér Na leverden dan ze zelf bezaten! Maar wat is gebleken? Dat veel van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 74

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's