GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 37

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

PHYSISCHE OUDERDOMSBEPALING DER AARDE

29

Elk van deze drie verschijnselen geeft aanleiding tot een ouderdomsbepaling. Bij deze bepalingen moet dan uitdrukkelijk ondersteld worden, dat in het verleden dezelfde wetten voor de radioactieve omzettingen, golden als nu nog gelden. Een sterk argument vóór deze opvatting is, dat we deze wetten niet van buiten af kunnen bemvloeden. Een ander argument wordt bij punt III besproken. Een ruwe ouderdomsschatting is af te leiden uit het derde punt, de karakteristieke halveringstijden. Van de Uraniumreeks heeft de eerste term, U-I, de grootste halveringstijd, namelijk 6 X 10* jaar. Stel er is nu op aarde nog a kg U, dan kunnen we terug rekenen hoeveel er een zeker aantal jaren geleden geweest is. Stel dit is b kg. Dan is de bovenste grens voor b de totale massa van de aarde, namelijk als we onderstellen, dat de aarde oorspronkelijk geheel uit Uranium bestaan heeft. De massa van de aarde is 0,6 X lO^'^ kg. Stel er is nu nog 0,6 kg over, dan levert berekening een benodigde tijd van 36 X 10^" jaar. Nu is 0,6 kg natuurlijk veel te weinig. De juiste hoeveelheid op aarde is niet bekend. Maar uit het gemiddelde gehalte van het bekende deel van de aardkorst kan men een schatting afleiden. Het gehalte is daar ca 10-'', zodat men op een bedrag van ca 10^" kg komt. Van dit bedrag terugrekenend komt men op een leeftijd van de aarde van 9 X 10^" jaar. Dit is dus dezelfde grootteorde als bij de vorige berekening. Nu is dit bedrag zéker te groot. Het is duidelijk te zien, dat niet de gehele aarde uit Uranium bestaan heeft, want slechts een klein gedeelte van de tegenwoordige aardkorst is op te vatten als afstammingsproduct van Uranium. De conclusie is dus, dat de aarde in ieder geval minder dan 10^ jaar geleden begon te stollen. Ook het tweede punt, dat ik zojuist noemde, geeft aanleiding tot een ouderdomsberekening. Bij sommige overgangen ontstaat Helium. Wanneer dit ontstaat in het binnenste van een massief stuk steen, zal het daarin opgesloten blijven. Wanneer men nu later zo een stuk erts analyseert, kan men uit het gehalte aan Uranium en aan Helium berekenen hoeveel tijd nodig geweest is om deze hoeveelheid Helium te vormen. Met enige verwaarlozingen (om een indruk van de methode te geven) kan men als volgt redeneren. We onderstellen een gesteente onder handen te hebben, dat alleen termen van de Uraniumreeks bevat. In deze reeks zijn 8 a-stralers. Door metingen is vastgesteld dat 1 gram Radium per sec 3,72 X 10^" a-deeltjes levert. Wanneer de termen van de radioactieve reeks met elkaar in evenwicht zijn, is op 1 gram Uranium een hoeveelheid van 3,3 X 10'^ gram Radium aanwezig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's