GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1952 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 52

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

36

Dr A. L. JANSE DE JONGE

dat hij af en toe bij haar komt eten, maar dat hij toch zo fatsoenlijk moet zijn de mensen niet altijd weer lastig te vallen van zijn cynische en pessimistische beschouwingen. Inderdaad is hiermee het beeld van S c h o p e n h a u e r vanaf zijn vroegste jeugd tot zijn ouderdom beschreven. Als een tweede S o c r a t e s liet hij de mensen niet met rust, maar geheel anders dan deze stelde hij er zijn eer in de mensen te verbluffen met zijn rancuneuze en bittere opmerkingen. Het gehele wereldbeeld van deze pessimisten was gekenmerkt door een vervalsing van het phenomenale gehalte der wereld, waarbij een sterke tendens bestaat tot een vervluchtiging van de empirische werkelijkheid. Het is juist deze vervluchtiging, die in hoge mate kenmerkend is voor de karakterologische aspecten van het pessimisme. De pessimist is gekenmerkt door een onwil, of waarschijnlijk beter gezegd een onvermogen om de werkelijkheid onder ogen te zien. De vervalsing kan absurde vormen aannemen, vormen, waarin het waankarakter van het pessimisme zeer duidelijk tot uiting komt. Zowel een wantrouwen ten opzichte van de toekomst als een toenemend beleven van de onwerkelijkheid van de wereld treden hierbij steeds meer op de voorgrond. Vooral het laatste aspect lijkt mij van groot belang. Het is niet alleen zo, dat er een vervalsing van het wereldbeeld optreedt, welke vervalsing aan ieder die met een pessimist in aanraking komt, opvalt, maar ook de pessimist zelf gaat gebukt onder het besef van onwerkelijkheid. Deze onwerkelijkheid hangt naar mijn mening hiermee samen, dat de toekomst voor de pessimist geen werkelijke toekomst meer is. Datgene, wat voor de gezonde mens de toekomst aanlokkelijk maakt, is het hoopvol gestemd zijn. Hoezeer de toekomst ook verhuld kan zijn door donkere wolken, toch wordt van haar altijd nog iets anders en wellicht iets beters verwacht, dan wat het heden te bieden heeft. We zien dit duidelijk aan de moderne mens, die wellicht meer dan ooit reden heeft om weinig hoopvol ten opzichte van de toekomst gestemd te zijn. Het is immers deze mens, die met een grote hardnekkigheid en overtuigdheid zich steeds weer een toekomstbeeld schept, waarin hij een plaats inneemt, die ruimer, frisser en oorspronkelijker is, dan zijn huidige constellatie. Elke morgen is nieuw en biedt eigen mogelijkheden en perspectieven. Voor de structuur van de pessimist is de beleving van deze toekomstmogelijkheid geatrophiƫerd.Zijn toekomstbeeld is vrijwel zonder structuur, zonder perspectief en zonder glans. Karakterologisch kunnen we hier onderscheid maken tussen verschillende vormen van pessimisme. Wij noe-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 200 Pagina's

1952 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 52

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 200 Pagina's