GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 258

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

KINDERTEKENINGEN

211

passen aan wat de patiënt schept en zich daar helemaal inleven, en dan begint het kind te spreken, te vertellen over wat dit alles voor hem betekent. Dat de kinderen zo weinig verbaal contact geven als men niet in de oppervlakkigste laag blijft, vindt zijn grond niet in onwil van het kind. De kinderen zijn angstig en gespannen en voelen zich zeer eenzaam. Zij zoeken wel hulp. Dat bemerkt men als men op een andere wijze toch contact met hen krijgt. Maar zij kunnen niet in woorden uitdrukken wat hen scheelt, zij kunnen zich verbaal niet uiten op het niveau van hun wezenlijk beleven. Het gestoorde kind kan evenwel het onbewuste leven wel concreet voor ons plaatsen en ik heb bemerkt dat het over deze concrete uitbeeldingen met ons kan praten. Hij kan niet formuleren wat hem hindert, maar hij kan wel over iets concreets, dat hij vanuit zijn onbewuste gecreëerd heeft, uitzeggen wat hij geschilderd heeft en hoe dat hem beïnvloedt. Het samen met de patiënt duiden is een kunst op zichzelf. Eigenlijk is het een gezamenlijk zich inleven in de verborgen wereld, waarin de patiënt zo dwangmatig ronddoolt, waardoor hij beheerst wordt. De eigen wereld van de patiënt heeft weinig betrekking met de objektieve werkelijkheid. Zij lijkt meer op de wereld van de antieke tragedie en soms ook op de sprookjeswereld. De therapeut moet bij het duiden grote bescheidenheid betrachten. Er wordt een grote ontvankelijkheid en buigzaamheid van de therapeut gevraagd om die wereld van het gestoorde kind recht te laten wedervaren. Eerst wordt de oedipale situatie uitgeschilderd op zeer concrete wijze, waarbij de kinderen hun eigen symbolen aangeven. Deze symbolen gelijken veel op die waarvan volwassenen zich bedienen, maar men moet bedenken dat de inhoud die daardoor aangeduid wordt, bij het kind en bij de volwassene zeer verschillen. De vorm is dezelfde, maar deze wordt gevuld met een zeer verschillende inhoud naarmate de levenservaringen toenemen. Als volwassene verwondert men zich dat de kinderen zo gemakkelijk over de dood spreken. Maar de dood heeft voor hen een veel minder zware inhoud dan voor ons. Ditzelfde geldt als het gaat over symbolen in de eigen wereld van het gestoorde kind. De overgang van de voorhanden werkelijkheid naar de eigen wereld gaat bij het gestoorde kind

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 258

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's