GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 44

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

28

A. C. DROGENDIJK

waag vanuit de existentiële twijfel, de sprong te doen in het niet redelijke, in het subjectieve van de belevenis. Al wat wij zullen menen te weten buiten onze concrete menservaring, raakt de werkelijkheid niet. De realiteit laat zich slechts benaderen langs de weg van het beleven, doorleven en inleven van de dingen der wereld n ) . Om het existentialisme te verstaan kan men deze filosofie ook nog van een andere kant benaderen. Volgens B e e r 1 i n g is de existentiefilosofie geen systeem, geen stelsel, geen school in eigenlijke zin, maar meer een sfeer, een gesteldheid, een richting, uit allerlei, dikwijls heterogene, elementen opgebouwd. Zij heeft geen overwinning gebracht van de onzekerheid, waarin het wijsgerig denken verkeert, maar is er juist de uitdrukking en het symbool van. Vandaar dat zij wel „philosophic der crisis" genoemd wordt, omdat zij de belijdenis vormt van de tegenwoordige beginselloosheid, opgevat als de onmogelijkheid tegenover vroegere waarden nieuwe zekerheidsprincipia te plaatsen. De existentie-filosofie is derhalve zowel reactie als symptoom. Reactie op het rationalisme, dat geen concreet-menselijk en geen radicaalmenselijke problemen kent, en symptoom van een algehele verbijstering omtrent zin en zijn der werkelijkheid. Van deze sfeer nu, deze gesteldheid, deze mentaliteit van het existentialisme, waar het gedachten-experiment vervangen is door de bezinning op de situatie van de mens, geeft F a b e r de volgende karaktertrekken. Wat is het kenmerkende van de menselijke existentie? Angst, zo geven de existentie-filosofen ten antwoord, existentiële angst. Heel het leven lang behoudt de existentieel levende mens deze angst. Ze overvalt hem soms redeloos en radeloos; ze trekt hem mee van zijn oppervlakkig bestaan-naar-buiten naar de diepte van zijn bestaan-naar-binnen; ze verstoort in hem alle vermeende zekerheid, plaatst hèm voor zich zelf als voor een spiegel, en stoot hem in de nietigheid van de eenzaamheid. Door deze ervaring tot zichzelf komend, wordt de mens het gewaar dat hij als een stuk wrakhout geworpen is op de kust van de tijd, meegevoerd wordt in de stroom van verleden, heden en toekomst en zich bevindt in de mateloosheid van de ruimte. Deze menselijke existentie heeft nog een andere markante zijde, d.i, de zorg. Deze onderscheidt zich van de pas genoemde angst en evenzo van de alledaagse zorg; ze is existentiële zorg; uit haar komt op haar beurt ook de gewone zorg, het bezorgd-zijn voort. Maar zowel de angst als de zorg bestaan niet op zich zelf, doch zijn ingesteld op het einde; het hele leven is een vorm van zijn; een-zijn-ten-dode waardoor de mens voor zijn meest ware en diepste zelf wordt gesteld; een overgang van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 44

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's