GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 185

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. P. VAN ROOIJEN

150

14 en 141/^ miljoen is gelegen, al naar gelang een matige of een zeer geringe emigratie zich zal voltrekken. Zou de dooiAverking van de Europese integratie een toenemende vestiging hier te lande tot gevolg hebben, dan dienen wij ons met het peil van 143/2 miljoen te meer vertrouwd te maken. Overzien wij nu het geheel, dan kan bezwaarlijk worden ontkend, dat het Nederlandse bevolkingsvraagstuk klemmend is. Tegelijk ervaart de demograaf voortdurend, dat slechts weinigen zich van de snel toenemende bevolkingsdruk bewust zijn, ofschoon hiervoor gemakkelijk een verklaring kan worden gegeven. Het verschijnsel van de voortgaande verdichting voltrekt zich immers in een langzaam en uiterst gelijkmatig tempo, zodat het aan de dagelijkse waarneming ontsnapt. Per dag neemt het inwonertal met circa 400 toe; op wie kan dit indruk maken? Per week hebben wij een aanwas van bijna 3000; wie zal hiervan in het dagelijkse verkeer iets bemerken? Per maand neemt de bevolking met omstreeks III/2 duizend zielen toe; zal een bijzonder nauwkeurige waarnemer voor deze aangroeiing misschien oog en oor hebben? Per jaar klimt het inwonertal met ongeveer 140.000 zielen; zouden alle Nederlanders deze wasdom werkelijk bespeuren? En in ruim 7 jaar is de bevolking wederom met een miljoen vergroot; ieder kan het opmerken, voor zover zijn geheugen tenminste de jaren overspant. Enkele grepen uit een rijk statistisch materiaal zijn overigens reeds voldoende om de groei in tal en last van onze bevolking te demonstreren. Zo blijkt, gerekend over het tijdvak 1939—1957, het aantal steden met een inwonertal te zijn toegenomen van meer dan tussen 50.000 tussen 25.000 tussen 20.000

100.000 en 100.000 en 50.000 en 25.000

van 7 tot 12 van 14 tot 20 van 24 tot 33 van 11 tot 22

En het laat zich verstaan, dat deze uitzetting van het stedencomplex niet alleen met onteigening van bouwgronden, doch ook met opoffering van natuurschoon gepaard gaat. Daarnevens hebben wij te worstelen met een steeds aangroeiend motorisch verkeer. Van 1 augustus 1953 tot 1 augustus 1957 steeg het aantal bromfietsen met 265 %, het aantal personenauto's met 100 % en het aantal vrachtauto's met 40 % . De klachten over het ontoereikend wegennet vermenigvuldigen, doch ieder begrijpt, dat aldus alweder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 185

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's