GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 241

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

198

J. LEVER

dan zal losmaken van de materie. Dan is het eindpunt van de enorme evolutie-weg bereikt. Wat is dit punt Omega, dat als eindpunt tegenover het beginpunt Alpha van deze cosmos staat? De evolutie is voor Teilhard, zoals wij zagen, een opstijgen van bewustzijn, daarom moet de evolutie naar boven haar bekroning vinden in een allerhoogst bewustzijn. Op dit allerhoogste bewustzijn loopt de evolutie niet alleen uit, maar het bestaat reeds. Omega werkt reeds in het weefsel van de mensheid, trekt deze nl. naar zich toe. Omega is ook wel de laatste term van de gehele evolutiereeks, maar gaat niet in de reeks op. Kortom Omega is God. Dat betekent dat de evolutie uitloopt op een „één met God" zijn. In de komende phase van de evolutie, waarbij de mensheid tot één bewustzijns-geheel zal komen, zal een geestesstroming, een religie, die een maximum aan samenbindende kracht heeft, vereist zijn. De christelijke liefde toont, zegt Teilhard, de psychologische mogelijkheid van een waarachtige wereldomvattende liefde, zoals die in de komende phase van de mensheid nodig is. Bovendien is het christendom het meest realistische en cosmische geloof en heeft het sterkste hoopvol verlangen. Kortom, Teilhard meent dat het christendom aan alle voorwaarden beantwoordt die wij van een religie van de toekomst mogen verwachten. Het christendom staat dan ook in de hoofdas van de evolutie. Wij zien dus hoe Teilhard meent via een redenering in de wetenschappelijke sfeer tot een logische koppeling van wereldbeeld en christelijk geloof te kunnen komen. Op de beoordeling hiervan komen wij zo dadelijk terug. Nu wij de opvattingen van deze drie auteurs betreffende het evolutie-perspectief kort besproken hebben, doet zich de vraag voor welke betekenis wij aan deze beschouwingen hebben te hechten, op welke punten wij van hen kunnen leren en op welke wij van hen verschillen. Wij zouden bij deze beoordelingen drie belangrijke problemen centraal kunnen stellen. In de eerste plaats zouden wij haar kunnen groeperen om de vraag of het gewettigd is de lijnen van de biotische evolutie door te trekken op de wijze als de drie auteurs deden. In de tweede plaats zouden wij het voor en tegen van de verschillende beschouwingen over het evolutie-perspectief tegen elkander kunnen afwegen. En in de derde plaats zouden wij hun hantering van de relatie van geloof en wetenschap centraal kunnen stellen. Wij kiezen uitsluitend het laatste, omdat dit voor onze vereniging het belang-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 241

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's