1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 287

236

RONDBLIK

door zijn benoeming tot Gouverneur van Suriname, welke functie van 1928—1933 uitgeoefend werd. Daarop volgde lidmaatschap van de Tweede Kamer (1933—1936), benoeming tot lid van de Raad van State (1936) en vice-president (1956). Maar dat de daadwerkelijke belangstelling in de biologie toch niet geheel verdwenen is, kan o.a. daaruit blijken, dat tuinieren nog een ontspanningsbezigheid van dr. Rutgers is. Bij de benoeming tot Gouverneur van Suriname hebben de biologische kwaliteiten van dr. Rutgers zeker ook een rol gespeeld; het ging immers er o.a. om de landbouw van dat toen zo arme land te steunen en tot ontwikkeling te brengen. De plechtigheid was inderdaad, zoals eerder gezegd, zeer indrukwekkend; niet alleen om de aanwezigheid van H.K.H, prinses Beatrix, als lid van de Raad van State, van een vertegenwoordiger van H. M. de Koningin, van de huidige vice-president en van bijna alle leden van de Raad van State en vele andere autoriteiten; ook niet alleen om de boeiende en treffende rede van de rector-magnificus, prof. mr. P. J. Verdam, over „Sanhedrin èn Gabbatha", en om de belangrijke motivering van het eredoctoraat door de promotor en zijn persoonlijke gelukwens, maar niet het minst om het antwoord van de gepromoveerde, dat op ontroerende wijze zijn geloof deed blijken. Wij veroorloven ons hier onze vreugde uit te spreken, dat aan een onzer oud-leden deze grote onderscheiding verleend is, en hem van harte geluk te wensen. H. R. W.

„PRINCIPIËLE"

DISSERTATIESTELLINGEN

Onlangs is de gedachte bij mij opgekomen of het niet goed zou zijn in ons maandblad stelselmatig meer aandacht te schenken aan de stellingen, die de promovendi in de Faculteiten der Wis- en Natuurkunde en der Geneeskunde toevoegen aan hun dissertatie ter discussie bij hun promotie. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor de leerlingen der Vrije Universiteit, maar ook voor leden onzer Vereniging, die aan andere Universiteiten studeren. Het onderzoek, dat in de dissertatie beschreven wordt, is meestal van zeer weinig direct-principiëlen aard. Uiteindelijk draagt het wel bij tot onze kennis van de materie, van de natuur en van de mens en vormt het materiaal voor ruimere inzichten en theorieën, maar het filosofische verband is dikwijls zeer indirect. Mocht het onderzoek wel duidelijk van principiëlen aard zijn, dan komt de dissertatie zelf uiteraard voor bespreking in „Geloof en Wetenschap" in aanmerking. Anders dan meestal bij de dissertatie zelf ligt het met sommige van de stellingen. De promovendus tracht wel een of meer te geven, die ook buiten den kring der specialisten overdenking en voorwerp van bestrijding en verdediging kunnen vormen. De meeste van deze stellingen raken echter vrij spoedig in vergetelheid. En dat is toch beslist jammer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen