1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 230

EVOLUTIE-PERSPECTIEF

187

vens als wapens hiertegen werden gebruikt. De gevolgen bleven niet uit: binnen enkele tientallen jaren kwam de meerderheid der biologische posities in handen van niet-christelijke onderzoekers. Meer en meer werd de religie als principieel onverenigbaar met de wetenschap beschouwd. Een bioloog die tegelijk christen wilde zijn, werd als onwetenschappelijk beschouwd. „Wo der Glaube anfangt, hort die Wissenschaft auf". Deze veranderde situatie had daarna het gevolg dat men in christelijke kringen de biologie als een gevaarlijke wetenschap ging beschouwen, en dus het aantal biologen dat hieruit voortkwam tot een minimum terugliep. De grote nederlaag die het christendom in de vorige eeuw op het terrein van de biologie heeft geleden stelt ons, die nog steeds van de stelling uitgaan dat ook de natuurwetenschap onder het licht van de Bijbel geplaatst behoort te worden voor het grote probleem, wat wij in dat licht zien of moeten zien. In het zoeken naar een antwoord op deze vraag ondervinden wij echter vaak nog bij onszelf of in anderen hinder van de 18e eeuwse aanpak, waarin nog velen in onze kringen geneigd zijn te denken. In de biologie is de ontwikkeling inmiddels verder gegaan. Toen de strijd om het evolutie-principe algemeen ingevoerd te krijgen gewonnen was, ving een periode aan van rustige uitbouw en verbreding, waarbij in allerlei richtingen de basis van de evolutie-theorie versterkt werd. De evolutie-gedachte werd hoe langer hoe meer als een onbetwijfeld resultaat van de wetenschap beschouwd. In de laatste jaren kan men echter in de biologie een interesse voor een nieuwe problematiek in verband met het evolutie-vraagstuk waarnemen. Een nieuwe problematiek, met nieuwe visies die de neiging hebben buiten het engere biologische terrein invloed uit te oefenen. Zij zijn ook voor onze vereniging van betekenis, omdat het zoeven aangeduide vraagstuk, dat er nog steeds voor ons ligt, hierdoor een nog veel groter omvang krijgt en nog veel beklemmender wordt. Bij de overdenking van het evolutie-vraagstuk was nl. tot voor kort de volledige aandacht gericht op de vraag hoe in de lange perioden in het verleden de huidige organismenwereld is gevormd. Men bestudeerde de ontwikkeling en de opeenvolging van planten- en dierengroepen, zoals die ons aan de hand van fossielen kenbaar worden. De vragen rondom de oorsprong van de mens boeiden een groot deel van de belangstelling. Men keek dus in de richting van de reeds afgelegde weg. Momenteel wordt echter van verschillende zijden de vraag gesteld of wij, nu de grote lijnen die de evolutie in het verleden heeft

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen