1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 284
DISCUSSIE
233
Antwoord spreker Het komt mij voor dat dit vraagstuk uiterst belangrijk is Daai het pas zo recent ter sprake is gekomen en, wellicht nog meer dan de vragen rond het evolutieverschijnsel m het verleden, zoveel problemen omvat, durf ik daar niets over te zeggen De heer Van der Fliert vraagt Van werkelijk Christelijke wetenschap kan, dunkt mij, eerst daar gesproken worden waar de grenzen der menselijke mogelijkheden op het gebied der wetenschappelijke kennis worden erkend Uit hetgeen door prof Lever is gezegd is duidelijk gebleken dat bij de twee eerst behandelde auteurs de vermeend autonome wetenschap aan het woord is die geen grenzen erkent en daarom ook niet christelijk genoemd kan worden Ook wanneer men vandaag oude evolutieopvattingen prijsgeeft en tot ideeën komt die ons misschien wat sympathieker aandoen, betekent dat nog slechts dat de mens met zijn theorie op Gods Scheppmgsstructuur IS vastgelopen en nu een andere uitweg zoekt Constatering van het feit kan voor ons een troost zijn, maar veel meer ook niet Iets anders ligt dat waarschijnlijk bij Teilhard de Chardm, van wien we mogen aannemen dat hij een christen was, wiens geloof mede de weg en het resultaat van zijn wetenschappelijk denken heeft bepaald Mijn vraag is nu Is de verbinding van een christelijke toekomstverwachting met een wetenschappelijk evolutieperspectief m wezen niet hetzelfde wat m eigen orthodox protestants christelijke krmg mensen doen die b V trachten de resultaten der Historische Geologie m overeenstemming te brengen met het Scheppingsverhaal uit Genesis 1'' Moet uiteindelijk niet de poging om vanuit de hedendaagse werkelijkheid een antwoord te vinden op de vragen aangaande de eerste en de laatste dingen met de conclusie „IJdelheid" van de schrijver van het boek Prediker worden afgewezen' En geldt met hier wat m datzelfde Bijbelboek wordt gezegd „Alles heeft Hij voortreffelijk gemaakt op zijn tijd, ook heeft Hij de eeuw m zijn hart gelegd, zonder dat de mens van het werk dat God doet, van het begin tot het einde, iets kan ontdekken"' (Pred 3 11) Antwoord
spreker
Met wat U over de ,,verbinding" en het „antwoord" zegt, ben ik het geheel eens Dat neemt echter, evenals bij de schepping-evolutie vragen, het probleem niet weg De heer Woltjer
vraagt
Ik voel, evenals andere sprekers, de grenzenloze overschatting en verabsolutering van het menselijke denken door Huxley Ik zou willen vragen of, speciaal bij Huxley, van evolutie, van ontwikkeling, van ontplooiing, van verwerkelijking van potentiahteiten sprake is Zijn er concrete openbaringswaarheden op wetenschappelijk terrein aanwijsbaar, b V de monogenie' Antwoord
spreker
Wat het eerste betreft meen ik dat Huxley, die de opvatting huldigt dat „all reality has both a material and a mental side", deze gehele werkelijkheid als een autonome ontplooiing zal willen zien Dat hier een „raadsel" m verborgen zit komt m zijn werk niet tot uitdrukking Als atheïst is hij blind voor de realiteit van de meest fundamentele vragen Wat het tweede betreft lijkt mij dat het antwoord ontkennend moet zijn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's