GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 134

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

106

H. R. WOLTJER

energievoorziening alleen van de fusie te verwachten en niet ernstige aandacht te besteden aan hetgeen met de kernsplijting te bereiken is. 4.

Kernsplijting.

De moeilijkheden liggen hier volkomen anders: terwijl in het geheel nog niet is aangetoond, dat we ook maar een beetje deuterium werkehjk „beheerst" kunnen „verbranden", is uranium„verbranding" een routineproces geworden. Alleen maar — en dat is natuurlijk zeer belangrijk — volkomen oneconomisch nog. En het zal, volgens Weinberg, ook volkomen oneconomisch blijven, zo lang we enkel uranium-235 „verbranden" en niet van een procédé profiteren, dat men „kweken" (vaak ook, met de engelse term, „breeding") noemt. Bestraalt men nl. het, op grote schaal in de natuur voorkomende thorium-232 met „langzame" neutronen, of bombardeert men het eveneens in de natuur in grote hoeveelheden (gemengd met uranium-235 in verhouding 139 : 1) te vinden uranium-238 met „snelle" neutronen, dan ontstaan nieuwe splijtbare kernsoorten, resp. uranium-233 en plutonium-239. Een reactor, waarin men de opgewekte neutronenflux voor een deel gebruikt, om nieuw splijtbaar materiaal te maken, noemt men een „kweekreactor" en wel een langzame, als men thorium als moedersubstantie gebruikt en een snelle, als men van uranium-238 uitgaat. Het slot van Weinberg's uitgebreide analyse en discussie is nu, dat, al zijn er nog grote moeilijkheden, het de homogene, langzame, vloeistofkweekreactor is, die principieel uitvoerbaar schijnt te zijn en te voldoen aan de eisen van een asymptotische splijtingsenergie-bron, nl. een hoog vermogen, betrekkelijk eenvoudige constructie en brandstofcyclus en verder mogelijkheid tot „kweken". — De woorden „homogeen" en „vloeistof" vereisen nog enige toelichting. Ze hebben betrekking op de toestand van de splijtstof en zijn omgeving. De splijtstof is in gecondenseerden toestand in de reactor aanwezig: vast in de vorm van staven of van gesinterd poeder; vloeibaar als oplossing van verbindingen of in den vorm van in een vloeistof zwevende vaste deeltjes (suspensie). Ten einde de bij splitsing vrijkomende enorm snelle neutronen handelbaar te maken, moeten ze geremd worden. Als remstof, of „moderator", komen, op het eerste gezicht, atomen, die ongeveer even zwaar zijn als de neutronen, in aanmerking. Botst een neutron elastisch tegen een dergelijk atoom, dan draagt het zijn energie geheel of grotendeels over. Waterstof of waterstofrijke verbindingen zouden dan ook voortreffelijke moderatoren zijn, indien de botsingen volkomen elastisch waren. Waterstof vangt (absorbeert) echter ook

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 134

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's