1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 110

86

O. R. HOMMES

nestvheders niet alleen iets zegt over het gedrag van de jongen en de ouders bij de geboorte, maar dat hiermee tevens anatomische en physiologische en embryologische kenmerken van de groep worden gevat. Gezien de mate van differentiatie van de hersenen van de volwassen mens ten opzichte van het dier en gezien de reeds ver voortgeschreden ontwikkeling van de hersenen bij de geboorte van de mens, zou men geneigd zijn zonder meer de mens bij de nestvlieders in te delen. Ook bij de mens treft men een lange draagtijd aan, vergelijkbaar met die van de anthropoïden ^). Ook bij de mens vindt men „één jong per worp". Verder zijn de zintuigen van de mens ten tijde van de geboorte geopend. Ook is de ontwikkelingsgraad van het centrale zenuwstelsel van de mens bij de geboorte reeds hoog, hetgeen typerend is voor een echte nestvlieder. Dit blijkt onder andere uit de myehnisatiegraad, de vormdifferentiatie en het feit dat het aantal motorische vezels in de centrale wortels van het brachiale en lumbale ruggemerg even groot is als bij de volwassen mens. De mens blijkt zich echter bij nader inzien op geheel eigen wijze aan deze indeling bij de nestvlieders te onttrekken. Aan de wijze waarop de mens ook hier weer uitspringt, kan men zien hoe de mens als embryo en als neonatus „openbaring" van het metachthonische is. De mens als embryo Het derde door ons genoemde kenmerk van de nestvlieder, nl. dat de neonatus zijn nest ontvliedt en als een klein exemplaar van de volwassen vorm alle functies kan vervullen, geldt niet voor de mens. Hij is geen nestvlieder in strikte zin. Als men de geboortetoestand van de mens met zijn volwassen vorm vergelijkt, dus een vergelijking trekt binnen de species, dan toont de mens de toestand van de nestvlieder nl. vrijwel volkomen differentiatie ten tijde van de geboorte. Doch dit ziet men bij de mens op een zo typische wijze gerealiseerd, dat van nestvlieder-zijn geen sprake meer is. Ook hier doorbreekt dus de mens weer de biologische categorieën. Men ziet dit aan de volgende neonatale en embryonale kenmerken van de mens: 1. De mens groeit veel langzamer en langs een geheel andere weg naar de volwassen vorm dan de aap. Dit ziet men zeer duidelijk ^) Draagtijd van de mens 266 dagen, amenorrhoe 280 dagen; amenorrhoe van de chimpansee 253; draagtijd van de orang 275 dagen en van de macacus rhesus 167 dagen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen