GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 132

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

H. R. WOLTJER

104

berekeningsmethoden aan. Het is hier natuurlijk niét de plaats dieper op dat alles in te gaan, maar wèl een globale indruk van de resultaten aan te geven. De uitkomst is dan dat de jaarlijkse energiebehoefte van Nederland in 1975 circa 1,8 malen zo groot zal zijn als in 1955; de binnenlandse energie productie (vaste brandstof: steenkool, bruinkool en aardgas; vloeibare brandstof; aardolie), die in 1955 circa 60 % bedraagt, zal in absolute hoeveelheid niet noemenswaard veranderen en daardoor in 1975 slechts een-derde van de totale behoefte bedragen, zodat de invoerbehoefte (die ons in een afhankelijke positie houdt en duur betaald moet worden) driemaal zo groot zal zijn als in 1955. Onnodig te zeggen dat een dergelijke situatie de verantwoordelijke instanties met zorg vervult. Het is dan ook geen wonder, dat het uitzicht op de toepassing van de kernenergie in electrische centrales met hun grote vermogens met blijdschap begroet werd. Dat de vervulling veel langer op zich zal laten wachten dan gedacht, werd reeds aangestipt en zal nog nader besproken worden. Keren we terug tot de tüereZdbehoefte en de verwachtingen van Brown c.s. over de komende 100 jaren. We zien dan soortgelijke cijfers met dit verschil, dat, als invoer van buiten nu slechts de zonne-energie (direct èn via wind- en waterkracht) in aanmerking komt. Weinberg neemt dan het resultaat van Brown c.s. over: in de asymptotische toestand schat hij de aardebevolking op 7 miljard; jaarlijks is dan circa 633. 105 MW-jaren aan energie nodig. Om dit cijfer iets te verlevendigen diene de opmerking, dat het beantwoordt aan een vermogen van 130.000 flinke (ieder 500 MW) electrische centrales en dat Noorwegen thans een 13.000e ervan in waterkrachtcentrales geïnstalleerd heeft. De helft moet nu uit de kernenergie komen en Weinberg stelt zich de vraag of de twee methoden om kernenergie voor het mensdom „bruikbaar" te maken, die van kernversmelting („fusie") en die van kernsplijting („fission") samen, of ook ieder voor zich, het genoemde bedrag zouden kunnen leveren en hoe. 3.

Kernversmelting

(fusie).

U weet, dat de processen, die hier in aanmerking komen, reacties zijn van deuteriumkernen met elkander en dat er dan gaarne op gewezen wordt, dat deuterium in zeer grote hoeveelheden beschikbaar is, nl. in zeewater. Vandaar dat Weinberg spreekt van „burning the sea": het zeewater als brandstof (in overdrachtelijken zin) gebruiken. De verwijzing naar deze grote hoeveelheid is een zeer suggestief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 132

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's