1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 57

CONFERENTIE OVER „GELOOF EN NATUURWETENSCHAP"

41

de 20e eeuw is gebleken dat licht zowel de eigenschappen van golven als die van deeltjes heeft ] ') Waarom verdient de KD een belangrijke plaats m het gesprek tussen natuurwetenschap en theologie' Niet omdat de komplementariteit rechtstreeks iets over het bestaan van God zou zeggen Maar kritiek op de logica is ook voor de theologie van belang, immers hoezeer arbeidt de theologie met logica' Laten theologen, voorzover zij gebruik willen maken van natuurkundige gedachtengangen, deze aan de fysica van 1960 ontlenen en met aan die van een eeuw geleden In later gesprek en discussie heeft prof von Weizsacker nog het volgende ten aanzien van de komplementariteit opgemerkt De vraag was gesteld Heeft het wel zm de komplementariteit op andere wetenschappen over te dragen, waar de natuurconstante h niet b e s t a a t ' Want de natuurkundige komplementariteit is verbonden aan het bestaan van h, was h = nul, dan zou de komplementariteit er met zijn Men moet dit anders formuleren In theologie en ethiek zijn reeds lang niet-consistente begrippen bekend Nu zijn ook m de fysica situaties aan het licht gekomen, die volgens de traditionele denkgewoonten tot inconsistenties voeren Deze inconsistenties zijn door de aanvaarding van de komplementariteit m de fysische beschrijving rationeel opgenomen De vraag is nu voor de andere wetenschappen of zij op analoge wijze hun moeilijkheden kunnen overwinnen Dr Howe zei hierover De komplementariteit is een nieuw begrip In het gesprek stelt de fysicus met de eis dat de komplementariteit door de theologie overgenomen moet worden, maar de vraag of dit kan. In de discussie werden vele punten aan de orde gesteld Het registreren van de verschillende vragen zonder onderlinge samenhang heeft weinig zm, al hebben zij m de conferentiesfeer de aandacht wel even even gespannen Helaas kwamen er m de grote verscheidenheid geen condensatiekernen, waaromheen de discussie zich verdichtte Ook ontstond geen grote discussie naar aanleiding van de uiteenzettingen van de officiële discutanten, prof van Peursen, prof Loen, dr de Wilde en dr Dippel Prof van Peursen gaf een mooie verzameling van uitmuntende stellingen Doordat men deze stellingen met blijvend voor zich had, konden ZIJ met ter discussie dienen Het betoog van prof Loen, dat zich beter aan de titel van de conferentie, „geloof en natuurwetenschap", hield dan de grote referenten, had te weinig aanknopingspunten met hetgeen deze gezegd hadden Dr de Wilde noemde enige moeilijkheden voor een bevredigende verhouding tussen Christelijk geloof en natuurwetenschap De geloofsleer bedient zich van traditionele beelden en woorden zoals incarnatie, Gods spreken m Christus, vele kerkleren zijn ingelijst m een antieke kosmologie De natuurwetenschap spreekt uitsluitend over de kosmische ontwikkeling, ZIJ vertelt ons mets over de verhouding met God Het geloof vindt meer bevrediging in het spreken over Job, Ps 8 en Ps 9 over de natuur dan m de natuurwetenschap Is dit niet een theologia n a t u r a l i s ' Dr Dippel begon met de vraag Wat bedoelen wij met „ n a t u u r " ' Natuur IS met identiek met natuurwetenschap, slechts een deel van de natuur wordt m de natuurwetenschap verwerkt (het objectiveerbare deel) Het geloof daarentegen geeft een praktische kennis van de natuur Er IS de rij van ongelijkheden God > schepping ^ kosmos ^ fysische realiteit Ten aanzien van de geloofspraktijk is de belangrijke vraag Wordt het „God met ons" eigenlijk nog geloofd' De natuurwetenschappelijke ^)

Het tusen [

] staande is een inlas van de verteller

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen